Ik heb al een tijdje niets meer gedaan met mijn site. Het afgelopen jaar ben ik vooral bezig geweest met nadenken over wat ik nou precies wil met dit project en waar ik mijn tijd in wil steken. Daar ben ik zeker nog niet over uit, maar wel ben ik tot de conclusie gekomen dat ik er met alleen nadenken niet kom.
De komende tijd ga ik proberen om mijn nieuwsgierigheid te volgen om zo te ontdekken wat ik wil doen. Een van de dingen die steeds maar terugkomt is dat ik programmeren interessant vind. Wat me daarin tegenhoud is dat ik geen concreet doel heb om mee aan de gang te gaan. Hopelijk kan ik meer vorm gaan geven gedurende mijn ontdekkingstocht.
De eerste stap is dat ik mezelf weer bekend wil gaan maken met html en zo langzaamaan mijn WordPress site wil vervangen door een zelfgebouwde site. Mijn huidige hosting laat me toe om ook met html aan de gang te gaan, dus tijdelijk staat hier mijn nieuwe pagina: https://nieuw.pieterkleine.nl/.
In de komende tijd zal deze pagina dus langzaam gaan verdwijnen, waarbij ik misschien bepaalde elementen wil behouden, maar misschien wel helemaal niets.
Het boek is een samenraapsel van wijsheden uit tweets, podcasts en essays. De notities hieronder zijn daar weer een samenvatting van. Omdat het boek al van kaft tot kaft gevuld zit met interessante punten heb ik tijdens het lezen ongeveer de helft gemarkeerd. Ik heb geprobeerd om het nog enigszins bondig te houden, maar dat is dus niet echt gelukt. Het is opgedeeld in een aantal grove categorieën als rijkdom, oordeel, wijsheid, gezondheid en filosofie. Het gaat ook een beetje van de hak op de tak, dus ik heb hier en daar notities gebundeld met de paginanummers erbij.
Om te beginnen kun je direct naar helemaal beneden scrollen. Achterin het boek staan diverse belangrijke begrippen/ideeën uit het boek samengevat als formules. Als daar al iets uitspringt voor jou dan zou ik het boek gratis lezen (hier), of direct bestellen, want dan is er sowieso meer te ontdekken.
Boeknotities
Voorwoord p.9: Naval’s kracht Deugden die Naval belangrijk vindt: – Trek dingen in twijfel, in plaats van ze voor waarheid aan te nemen. – Test dingen. – Wees je bewust van je valkuilen en biases. – Verander van gedachten. – Lach veel. – Denk holistisch. – Denk in termen van lange termijn. – Neem jezelf niet te serieus.
Rijkdom opbouwen p.16: Zoek naar rijkdom, niet naar geld of status – Rijkdom is bezit (activa) waar je slapend aan verdient. Het komt van eigendom (p.32). Bouw, maak, creëer (en werk aan jezelf) (p.54). – Geld is slechts een middel waarmee we tijd en rijkdom kunnen uitwisselen. – Status is je plaats in de sociale hiërarchie. Het statusspel is zero-sum: om te winnen moet iemand anders verliezen (p.46). p.16: Rijk worden is weten wat je gaat doen, met wie en op welke manier – Het is dus meer dan alleen hard werken. – Als je nog niet weet waar je aan zou moeten werken, dan is je belangrijkste taak om dat uit te zoeken. p.17: Rijkdom opbouwen: – Rijkdom komt niet uit het ruilen van je tijd voor geld, maar vanuit eigendom die leidt tot financiële vrijheid. – Leer iets te bouwen en dat te verkopen. Dan ben je niet te stoppen (p.38). – Geef de samenleving dat waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden, en schaal dat op. – Gebruik het internet als platform. Het internet heeft de hoeveelheid potentiële carrières enorm uitgebreid, echter de meeste mensen hebben dit nog niet volledig ontdekt. Dankzij het internet is elke niche interesse te vermarkten (p.23). – Kies een branche waarin je het langetermijnspel kunt spelen: met langetermijnrelaties. De beloningen komen als je het spel speelt tot lang nadat je het al ontgroeid bent (p.89) – Rijkdom vereist hefbomen: kapitaal, mensen en producten zonder marginale kosten (media en code). Arbeid is de slechtste vorm van een hefboom, want dat betekent dat mensen voor je werken en dat vereist veeleisend management (p.18). De beste hefbomen hebben geen marginale kosten (boeken schrijven, media, films maken, programmeren, p.35). – Maak gebruik van compound interest (samengestelde rente), ook als het aankomt op relaties en kennis (zie ook p.26). p.17: Wapen jezelf met specifieke kennis – Specifieke kennis is kennis die je niet kunt trainen, anders kan iemand anders het ook leren en je vervangen. Niemand kan concurreren met wie jij bent (p.22). – Je vind het als je achter je nieuwsgierigheid aan loopt, in plaats van achter wat hip is op dit moment. – Het opbouwen van specifieke kennis zal voelen alsof je speelt, terwijl het voor anderen voelt als werk. (Wat deed je moeiteloos als kind?). Zorg voor hobbies rondom je interesses (p.33). – Het is vaak erg technisch of creatief. Het kan niet worden uitbesteed of geautomatiseerd. – Het zit ingebakken in je identiteit, dus je kunt er alleen maar beter in worden (p.22). – Het zit aan de randen van algemene kennis, omdat je het nu uitvindt (p.23). p.18: Wordt de beste ter wereld in wat je doet – En geef het weg (p.47) p.18: Onderwerpen om te bestuderen Leer de volgende dingen te begrijpen, want deze zijn fundamenteel: – Microeconomie, speltheorie, psychologie, overtuiging, ethiek, wiskunde en computers. p.18: Lezen is sneller dan luisteren. Doen is sneller dan bekijken – Als het aankomt op leren. – Om iets écht te leren moet je het doen (p.57) p.18: ‘Zorg dat je het te druk hebt voor een kop koffie met iemand’ – Je agenda is van jou. Jij bepaalt wat je wanneer doet. p.20: Alles om je heen was ooit technologie – De samenleving wil altijd nieuwe dingen. Zoek uit wat dat is en schaal dat op. p.21: Verkopen is een vaardigheid die je kunt leren – Door te lezen (Robert Cialdini), door een training of door letterlijk langs de deuren te gaan. p.24: Concurreren is kopiëren – Je bent iemands concurrent, omdat je hetzelfde doet als iemand anders. p.24: Leer om te leren. Dat is de belangrijkste vaardigheid p.25: Word de meester in de 2 dingen die je het meest interesseren – Specialiseer in maximaal 2 fundamentele dingen. Al het andere is afleiding (p.34). – De dingen waar je het beste in kunt worden zijn doorgaans de dingen die je het meest interesseren. p.30: Wees integer en eerlijk met het toegeven van fouten – Men vergeeft je als je kunt uitleggen waarom je iets gedaan hebt. Neem verantwoordelijkheid. p.39: Verkopen is niet alleen een product overdragen – Het is ook: inspireren, marketing, communiceren, recruiten, geld ophalen. p.42: Jouw waarde zit in het geven van je oordeel – Robots/kapitaal/computers kunnen werk doen, maar niet jouw oordeel geven. Zorg dat je daarvoor wordt betaald. p.47: De 3 grote vragen in het leven – Waar ga je wonen? – Met wie omring je jezelf? – Wat ga je doen? p.49: Je bent met pensioen als je vandaag niet hoeft op te offeren voor morgen – Je hebt genoeg passief inkomen nodig, of zo weinig uitgeven als er binnenkomt. – Óf je moet doen waar je gepassioneerd over bent. p.52: Om snel hogerop te komen moet je vroeg in een onderneming zitten p.53: Het belangrijkste in regulier werk is het netwerk dat je opbouwt
Een oordeel opbouwen p.60: Werk aan je oordeel – Daar zit je waarde (p.42). – Je oordeel is toegepaste wijsheid. – Een juist oordeel geven betekent onjuiste oordelen vermijden (p.68). p.60: Je begrijpt iets pas echt als je het kunt uitleggen aan een kind – Kun je iets herleiden naar fundamentele kennis? Kinderen blijven de waarom-vraag stellen, dus leer de basics en beredeneer van daar. Als je dat niet kan ben je aan het onthouden in plaats van begrijpen. – Als je iets uitlegt, dan dwing je jezelf om informatie eigen te maken en kom je er achter welke informatie je mist (p.75) p.62: Hoe liever je iets wilt, hoe minder van de waarheid je nog ziet p.62: Je hebt ruimte nodig om na te denken – Als je een volle agenda hebt blijft er geen tijd over om na te denken. – Echt goede ideeën komen pas als je je verveelt. p.64: Je identiteit is een verzameling van je gewoontes – Op ieder gegeven moment zijn er duizenden onbewuste gewoontes die samen met een beetje hersenkracht om problemen op te lossen bepalen wie je bent (p.117). – Heeft een bepaalde gewoonte nog een doel? Nee? Verwijder deze uit je identiteit. – Ja? Maak de gewoonte opzettelijker, in plaats van een simpel gevolg van je leven. – Bepaal je gewenste identiteit: – p.97: Kies een ding, ontwikkel een verlangen. Visualiseer het. Plan een pad daar naartoe wat je vol kunt houden. Identificeer behoeften, prikkels en vervangers. Vertel het vrienden. Meet het en hou het bij. Zo kun je gewoontes veranderen. p.66: Vooringenomenheid (biases) komen voort uit het willen besparen van tijd p.66: Complimenteer specifiek, bekritiseer in het algemeen – Als je iemand een compliment geeft, laat dan weten wat je specifiek bewondert. – Als je kritiek hebt op iemand, bekritiseer dan het gedrag en niet de persoon. p.66: Alle klassieke deugden optimaliseren voor de lange termijn p.66: Zodra je tegen iemand moet liegen heb je tegen jezelf gelogen – Je hebt afstand genomen van de werkelijkheid en bent daarin gaan geloven. p.67: Verzamel mental models – Zorg voor goede mental models voor het maken van goede beslissingen. – Mental models herinneren je aan wat je weet. p.68: Alle problemen komen voort uit schaarse eitjes en zaad in overvloed p.68: We zijn onwetend en kunnen niet voorspellen p.69: Het principal agent-probleem – Een agent heeft geen belang, dus als iets moet gebeuren, doe het dan zelf. p.71: Twijfel je in een keuze, dan is het antwoord nee – De wereld bevat meer keuzes dan waar je voor gebouwd bent. – Ga voor de dingen waar je minstens heel zeker van bent. p.72: Lees alleen wat je interessant vindt – Als een boek je niet pakt, sla dan een stuk over. Pakt het je nog steeds niet, leg het dan weg. Er zijn oneindig veel boeken, dus het is zonde om je tijd te steken in iets wat je niet wilt lezen. – Je hoeft een boek niet uit te lezen. Lees een boek als een verzameling van blogs, tweets of ideeën. Blader naar wat je interessant vindt (p.78) p.76: Mentale vermoeidheid lijkt op fysieke – Als je mentale vermoeidheid voelt bij het lezen van een boek, dan is dat hetzelfde als de pijn die je voelt bij fysieke training. p.78: Hoe ouder het probleem, hoe ouder de oplossing
Gelukkig leren zijn p.81: Geluk is hoe je je standaard voelt – Hoe je je voelt zodra er niets ontbreekt in je leven. – Als je gedachten zich niet tot het verleden of de toekomst richten. p.82: Een positieve gedachte bevat inherent een negatieve – Positiviteit is namelijk een contrast van iets negatiefs. p.83: Je kunt de wereld nauwelijks veranderen, maar wel jezelf – Wees indifferent ten opzichte van de dingen die je niet kunt beheersen. p.83: Realiteit is neutraal – De natuur is niet blij of ontevreden. De natuur is een vertaling van wiskundige regels die zich heeft afgespeeld sinds de oerknal en op die manier perfect zoals het is. – Hoe je de realiteit ziet is een reflectie van jouw houding en gevoel. – Wees indifferent ten opzichte van de dingen die er niet toe doen. p.85: Lees filosofie, mediteer, ga om met gelukkige mensen – Naval’s manier om gelukkig te zijn. p.85: Je ervaringen worden beperkt door gedachten aan de toekomst en het verleden – In elk moment is slechts een klein deel van je brein gefocust op het heden. – De rest van je hersen is bezig met het plannen van de toekomst of het hebben van spijt van het verleden. – Dat zorgt er voor dat je nooit een geweldige ervaring kunt hebben van het leven: – Het verleden is geweest, en er komt een hoop ongelukkigheid van het vergelijken van het verleden met de toekomst. – Verlichting zit in de ruimte tussen je gedachten. p.85: Gelukkig zijn is een keuze én een vaardigheid – Een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. p.86: Angst komt voor uit een serie van gedachten – Het is altijd het volgende, het volgende, het ding daarna. Dat geeft angst. – Zit stil, relax en doe niets. Dat kun je niet, want er is altijd angst die je overeind haalt om iets te gaan doen. – Wees je daarvan bewust, want dan kun je de keuze maken om die gedachten niet te hebben. Besluit: wat is de positieve interpretatie van deze gedachte (p.96). – Geluk is de rust van gedachten die je angstig maken. p.86: Werk aan doelen die van binnenuit komen – Je wordt niet gelukkig van externe dingen en het verwezenlijken van een ander’s doelen. – Externe problemen zijn eindeloos (p.91). – Enkel een doel (purpose) wat van binnenuit komt maakt je gelukkig. – Rust komt zodra je het idee van problemen opgeeft (p.91). p.88: Je bestaat omdat er dingen zijn die moeten gebeuren – Dat is de zin van je leven. Je draait lokaal entropie terug. p.88: Doe niet méér. Meer doen = meer verlangens = meer ongelukkig – Als je jong en gezond bent kun je meer doen, maar op die manier neem je steeds meer verlangens op je. Zonder dat je dat doorhebt ondermijn je zo je geluk. – Verlangens zijn een contract om ongelukkig te blijven totdat je krijgt wat je wilt. – Kies verlangens bewust en erken het als tijdelijke bron van lijden. Maximaal 1. Is het verlangen zo belangrijk om er ongelukkig van te zijn? (p.96) p.88: Niets maakt je voor altijd gelukkig – Dat is een grote misvatting, dat er iets bestaat dat zodra je het bereikt je voor altijd gelukkig zal maken. p.91: Als je iets zou moeten doen dan doe je het uit schuld of sociale norm – Niet per definitie omdat je het zelf wilt doen. p.92: Het leven is een single-player-spel – Je wordt alleen geboren en gaat alleen dood. – Al je interpretaties en herinneringen zullen verdwijnen. – Over 3 generaties weet niemand nog dat je bestaan hebt. – Voordat je geboren was maakte het niemand iets uit. p.92: Meditatie is moeilijk omdat het single-player is – Er is geen extrinsieke waarde aan. p.93: Gelukkig zijn komt aan op trial en error – Je moet zelf ontdekken wat werkt en wat niet (experimenteren). – Je beslist zelf dat het belangrijk is of niet. p.95: Vermijdt mensen die constant conflicten hebben – Dat is de eerste regel van het oplossen van conflicten. p.96: Vang zonlicht, kijk omhoog en lach p.97: Hoeveel doe ik uit verplichting, en hoeveel uit eigen interesse – Dat is een persoonlijke maatstaf van geluk. p.97: Minimaliseer het gebruik van 3 apps: telefoon, agenda en wekker – Schermactiviteit is gelinkt aan minder geluk. p.97: Situaties kun je veranderen, accepteren, of laten voor wat het is – Als je een situatie wilt veranderen, dan wordt het een verlangen en zal het je laten lijden tot het veranderd is. p.97: Zelfdiscipline is de brug naar je identiteit – Eerst weet je iets, dan begrijp je het, dan kun je het uitleggen, dan kun je het voelen. Tot slot: dan ben je het. p.98: Als iets in het verleden je heeft laten lijden, schrijf dan op: – Wat het was en hoe je er beter uit bent gekomen. Als je dat later terugleest dan herinnert dat je eraan dat het lijden zo erg niet was. p.98: Vraag bij al het negatieve: wat is het positieve in deze situatie? p.99: Als je geen lol hebt in het leven dan heb je daar alleen jezelf mee p.99: Het leven doet er wellicht niet toe, maar het is wel een leuk spel! – Je leven is zo voorbij, en die nietigheid moet je erkennen. Dat brengt rust en geluk, want dan realiseer je je dat het allemaal maar een spel is. Een leuk spel. – Alles wat er toe doet is jouw ervaring van het leven. Dus waarom maak je dat niet zo positief mogelijk?
Jezelf redden p.102: Originaliteit vereist obsessie – Als je een originele bijdrage wilt leveren zul je een irrationele obsessie met iets moeten hebben. p.103: Alles start met goede gezondheid – Je fysieke gezondheid op een. – Mentale gezondheid op twee. – Als derde je spirituele gezondheid. – Daarna de gezondheid van je familie. – Daarna het welzijn van je familie. – Pas als dat op orde is kun je de wereld in om te doen wat je moet doen. p.104: Het optimale dieet bestaat niet – Naast wiskunde, natuurkunde en scheikunde is er weinig wetenschap concreet. – We debatteren nog steeds over wat een optimaal voedingspatroon is. Daarvoor is geen wetenschappelijke fundering. – Maar: richt je bij voedsel en medicijnen op wegnemen in plaats van toevoegen als het aankomt op gezondheid (p.105). – Vermijd de combinatie van suiker én vet (p.105). Anders kun je je slecht beheersen. p.104: We zijn geëvolueerd voor schaarste maar leven in overvloed – Je hebt een constant gevecht om nee te zeggen tegen je genen. – We zijn allemaal verslaafd aan smaak (p.105). p.105: Hoe pittiger je training, hoe makkelijker de rest van de dag p.106: Beweeg dagelijks – Doe iets, het maakt niet zoveel uit wat. De beste training is de training waar je enthousiast genoeg van wordt om die dagelijks te doen. p.106: Je jong voelen is een kwestie van flexibiliteit p.106: Als je iets gedaan wilt krijgen, maak het dan je absolute prioriteit – De rest moet wijken. Als je een lijst van 10-15 wazige prioriteiten hebt dan krijg je er geen enkele gedaan. p.106: Opofferingen op de korte termijn geven beloningen op de lange termijn – Makkelijke keuzes, moeilijk leven. p.108: Ademhaling is de brug tussen je autonome en vrijwillige zenuwstelsel – Daarom staat ademhaling centraal in meditatie. – Een rustige ademhaling vertelt je lichaam dat het veilig is. p.109: Een koude douche leert je om minder afhankelijk te zijn – Dan kom je er achter dat je een warme douche niet nodig hebt. Dat is weer een ding minder om je zorgen om te maken. p.110: Je leven is al best goed – Ga na hoe hoog je zit in de piramide van Maslow. Dan kom je er achter dat je leven al best goed is. p.111: Mediteer als je gaat slapen – Dan heb je hoe dan ook een overwinning: óf je hebt een goede meditatie, óf je valt in slaap. p.112: Spanning najagen in het leven is een vorm van gedachten vermijden – Mensen die spanning najagen in sport, flow of orgasmes doen allemaal een poging om de stem in hun hoofd even niet te horen. p.113: Meditatie is ook het erkennen van hoe uit de hand gelopen je brein is p.114: Bedenk: 95% van de gedachten die je hebt vereisen geen directe actie p.115: Je bent je DNA – Je bent een bundeling van DNA wat gereageerd heeft op allerlei omgevingseffecten toen je jonger was. – Je hebt goede en slecht ervaringen opgeslagen en gebruikt die nu om alles te bevooroordelen. p.116: Meditatie zit in alles – Schrijven in je dagboek: schrijvende meditatie – Bidden: dankbaarheidsmeditatie – Douchen: meditatie die je per ongeluk doet. – Stil zitten: directe meditatie. p.116: Het leven loopt zoals het loopt – Er zullen goede en slechte dingen zijn, maar het meeste wordt bepaald door je interpretatie. – Je bent geboren, je hebt een reeks ervaringen en dan ga je dood. – Hoe je die ervaringen interpreteert bepaal je zelf. p.118: Als je zegt dat je iets gaat doen, maar het niet doet, dan is het uitstelgedrag – Je geeft jezelf zo een uitweg. Als je iets echt graag zou willen doen, dan zou je het wel doen. – Of vertel het iedereen, zodat ze je aansprakelijk kunnen houden (p.120). p.120: Doe nu wat je wilt doen, want er is geen ‘later’ p.122: Leer om te lezen, leer wiskunde en om te overtuigen – Dat zijn de vaardigheden die je helpen in de echte wereld. – Lezen is de ultieme metavaardigheid om alles te kunnen leren. – Wiskunde is reverse engineering van de taal van de natuur. – Als je mensen kunt overtuigen kun je een hoop gedaan krijgen. p.123: Je bent niet verantwoordelijk voor het geluk van een ander p.123: Waardeer je tijd. Het is alles wat je hebt – Het is belangrijker dan geld, het is belangrijker dan je vrienden. – Doe met je tijd wat je wilt doen. Als dat niets doen is, dan is dat ook goed. p.123: Wees precies wie je bent – Als je jezelf inhoudt blijf je in slechte relaties of slechte banen zitten. – Zie ook p.128
Filosofie p.126: De zin van het leven – Óf het is persoonlijk: vind je eigen betekenis; – óf er is geen zin, geen doel van het leven; – óf het is puur natuurkundig: het versnellen van de hittedood van het universum door het lokaal versnellen van entropie. p.128: Wees jezelf, zeg wat je denkt – Zodra wat je zegt afwijkt van hoe je denkt moet je ineens meerdere gedachtenstromen tegelijk onderhouden. p.131: In elk moment sterf je en word je opnieuw geboren – Er is alleen het nu. p.131: Wijsheid is de langetermijngevolgen van je acties begrijpen
Samenvatting p.149: Samenvattende formules: – Geluk = gezondheid + rijkdom + goede relaties. – Gezondheid = beweging + voeding + slaap. – Beweging = weerstandstraining op hoge intensiteit + sport + rust. – Voeding = natuurlijke voeding + intermittent fasting + plantaardig. – Slaap = geen wekker + 8-9 uur + circadiaans ritme. – Rijkdom = inkomsten + eigendom x rendement op investeringen. – Inkomsten = accountability + hefboom + specifieke kennis. – Hefboom = kapitaal + mensen + intellectueel eigendom. – Specifieke kennis = weten hoe je iets moet doen wat de samenleving niet kan en wat je gemakkelijk aan anderen kunt leren. – Rendement op investeringen = ‘Buy-and-hold’ + waardering + veiligheidsmarge. p.149: Willekeurige ideeën – Verdien met je brein, niet met je tijd (p.60) – Werk niet met mensen als je dat niet langer dan een dag kunt (p.17) – Roem anderen specifiek, bekritiseer in het algemeen (p.66) – Liefde wordt gegeven, niet ontvangen. – Lezen en leren zijn de ultieme metavaardigheid (p.122) – Je kunt altijd eerlijk en positief zijn (p.30, 90, 128) – Grootsheid komt voort uit lijden (p.98) – Waarheid is datgene wat voorspellende kracht heeft. – Bekijk elke gedachte en ga na waarom je die hebt. – Al het goede komt uit compound interest (p.17, 26) – 99% van de dingen die je doet zijn voor niets.
Support Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:
Dit is een boek waar je wat van kan leren, maar wat ook relaxt is om te lezen. Steven Levitt en Stephen Dubner proberen je steeds te verrassen met praktijkvoorbeelden van hoe we niet zo rationeel blijken te zijn als we denken. Dat wist ik al van Freakonomics en Super Freakonomics. Het verschil met het boek Think Like a Freak is dat hierin ook daadwerkelijk handvaten aangerijkt worden om te voorkomen dat je in je eigen biases trapt (voor biases is niet echt een lekker Nederlands woord). Ik heb dit boek in 2017 gelezen en ben in de tussentijd gerust nog gevallen voor allerlei biases, want zo werkt het natuurlijk wel: het beetje informatie uit dit boek vecht tegen diepgewortelde gewoontes en de gevolgen van jaren evolutie van je brein. Toch zitten er allerlei interessante lessen in het boek. Degene die specifiek bij mij resoneerde staan hieronder:
Boeknotities
1 Wat betekent het om als een freak te denken? p.15: Als je weet wat je moet meten, en hoe je dat moet doen, dan maak je de wereld een stuk simpeler p.21: Schaam je niet voor wat je nog niet weet – Als je het durft te zeggen wanneer je iets niet weet kun je daar enkel van leren. – Zoals Jocko Willink ook aangeeft in Extreme Ownership: je bent juist dom als je geen vragen stelt. – Of Chris Sacca in het boek van Tim Ferriss: Tools of Titans: Stel de overduidelijke vragen. Cultiveer geest van een beginner.
2 De drie moeilijkste woorden in de Engelse taal Of: de vier moeilijkste woorden in de Nederlandse taal p.22: I don’t know! – Ik weet het niet! p.28: Toegeven dat je iets niet weet is beter dan het fout hebben – Althans voor het individu p.30: Stop je morele kompas weg als je proberen probeert op te lossen – Je morele kompas is een grote vijand als het aankomt op leren. – Het laat je denken dat je een antwoord al zeker weet, en; – dat je genoeg van een onderwerp weet om het niet verder te onderzoeken. p.33: Hoe complexer een probleem, hoe moeilijker het is om feedback te verzamelen – In een complex probleem zijn de gevolgen van je acties minder duidelijk, oftewel: – Hoe complexer een probleem, hoe minder duidelijk de resultaten waar je op moet letten. p.38: Met behulp van experimenten wordt de wereld de ultieme zandbak – Een zandbak waarin je nieuwe ideeën kunt uitproberen, nieuwe vragen kunt stellen en de heersende orthodoxie kunt uitdagen. – Gebruik de wereld op die manier, in plaats van te vertrouwen op onderbuikgevoel, moreel kompas, of hoe je eerder beslissingen gemaakt hebt. p.42: Volg ‘ik weet het niet’ op met: ‘maar ik kan het wel uitzoeken’ – Cultiveer je nieuwsgierigheid!
3 Wat is jouw probleem? p.44: Zorg ervoor dat je het daadwerkelijke probleem oplost – Los op wat je op wilt lossen, en niet de ruis om het probleem heen die toevallig je aandacht trekt, of wat leuker is om op te lossen. p.52: Door problemen te herdefiniëren zijn nieuwe oplossingen mogelijk – Door een probleem anders op te stellen kun je wellicht oplossingen gebruiken die wel in je gereedschapskist zitten. In plaats van dat je de oplossing nog moet bedenken. p.53: Atleten blijken tot meer in staat dan ze denken – In een experiment reden fietsers tegen hun eigen avatar: de snelste ronde die ze eerder gereden hadden. Wat ze niet wisten was dat de onderzoekers deze avatars iets sneller gemaakt hadden. Toch konden de atleten hun avatar bijhouden. – Atleten (en uiteindelijk mensen in het algemeen) worden tegengehouden door arbitraire grenzen. Een set van 10, of een afstand van 10km geeft een mooi getal, dus vermoeien we bij 8-9, terwijl we anders misschien wel 12-15 gered zouden hebben.
4 De waarheid zit in de wortels (net als bij een slechte haarverfbeurt) p.58: Ga op zoek naar de grondoorzaak van een probleem, en pak dat aan – Als je afgeleiden van een probleem oplost, dan zullen de problemen blijven komen. – Zoek dus uit of je het werkelijke probleem aan het oplossen bent of niet.
5 Denk als een kind p.71: Denk als een kind – Als kind heb je weinig kennis van de wereld, dus ben je inherent nieuwsgierig en nog vrij van biases. Je ziet de wereld hoe die werkelijk is. p.71: Pas op: nieuwe ideeën lijken altijd beter p.73: Deel een groot probleem op in kleinere – Een groot probleem vereist een grote oplossing, dus dat is complex. – Als je een probleem opdeelt kun je voortgang maken door steeds een deel van het probleem aan te pakken. p.74: Wees niet bang om het overduidelijke te vragen – Stel de vraag die de ander niet durft te stellen (en waarschijnlijk ook heeft!) p.75: Maak dingen zo simpel mogelijk, maar niet simpeler dan dat – Simpliciteit en niet complexiteit is een deugd.
6 Het is als het geven van snoep aan een baby p.88: Kijk naar wat mensen doen, niet wat ze zeggen – Dan kom je er achter wat mensen drijft: waar hun voorkeuren liggen. Er kan een enorm gat zitten tussen wat men zegt en wat blijkt uit hun gedrag. (Ook bij jezelf!) p.90: Kuddegedrag motiveert mensen meer dan financiële prikkels – Het bepaalt letterlijk alles wat mensen doen: wat we eten, wat we kopen, wat we stemmen etc. p.104: Waarom het zo lastig is om mensen te stimuleren tot bepaald gedrag – Mensen zijn altijd slim genoeg om een beloning zo makkelijk mogelijk te verkrijgen. – De mensen waarvan je het gedrag het liefst wilt veranderen zijn juist de mensen die niet graag (door jou!) worden veranderd. – Het gedrag wat je wilt veranderen is niet op de langere termijn gelijk. p.105: Pas de manier waarop je stimuleert aan op hoe men daarop reageert – Hoe mensen reageren op een stimulans zal je verrassen en frustreren. Leer daarvan en probeer iets anders. – Zoek naar wat mensen drijft en wat voor jou goedkoop is. p.105: Ga er niet vanuit dat mensen vanzelf het juiste doen
8 Hoe overtuig je mensen die niet overtuigd willen worden? p.130: Je discussiepartner heeft de enige stem die telt – Als je iemand wilt overtuigen, onthoud dan dat jouw argument waterdicht kan zijn, maar als het niet resoneert bij de ander, dan kom je alsnog nergens. p.133: Erken minstens de sterke punten van je tegenstander – Als je niet luistert naar de ander dan zal diegene ook geen discussie willen voeren. – Bedenk: de ander kan net zo goed gelijk hebben, of de waarheid kan in het midden liggen. p.136: Gebruik een verhaal om de ander te overtuigen – Een goed verhaal bevat een verloop van tijd om onveranderlijkheid of juist verandering aan te duiden. – Een verhaal geeft de ketting van oorzaak-gevolg die leidt tot een resultaat. – Het maakt gebruik van data, statistisch of in andere vorm om een gevoel van omvang te creëren.
9 Het voordeel van stoppen p.144: Je middelen zijn eindig – Verspil je middelen niet aan een blindganger (waar je mee kunt stoppen), want anders hou je niets over om de problemen van morgen op te lossen. p.147: Maak ruimte om te kunnen falen – Demoniseer falen niet, want dan zullen mensen het koste wat het kost vermijden, ook al is het een tijdelijke terugslag of waardevolle feedback. p.149: Doe een pre-mortem – Zoek van tevoren uit wat er mis kan gaan, voordat het te laat is.
Support Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:
Ieder jaar weer springen we in zee om het nieuwe jaar in te luiden. Ik heb het terug moeten zoeken, maar volgens mij was de eerste keer 1 januari 2014. Dat zou 1 januari 2021 de achtste duik maken. Dat klinkt als redelijk wat ervaring, maar toch blijft het een soort mentale haat-haatverhouding. Koud water geeft mij associaties met hyperventilatie onder de verplichte koude douche na een stoombad, je ledematen omstebeurt afspoelend. Of twijfelend in een koude vroegzomerzee met water tot je knieën blijven staan voordat je een keer knap in het water zakt.
Mensen die zonder blikken of blozen de kou trotseren geven mij altijd een gevoel van bewondering. Hoe werkt dat dan? Voelen zij geen kou? Reageert hun lichaam gewoon minder heftig? Is het simpelweg een knop die om moet? Dan zijn er nog mensen als Wim Hof, die voor de lol in hun zwembroek over besneeuwde bergen lopen of minutenlang in ijswater blijven zitten. Hoe dan? Ik wil dat ook kunnen.
Terug naar die nieuwjaarsduik. Elk jaar speel ik met het idee om een maand voor die duik te starten met koud douchen, om mijn lichaam klaar te maken voor het koude water. Elk jaar weer ben ik gemakkelijk omgepraat. Waarom zou ik mezelf een maand lang kwellen met de kou, als ik het ook gewoon in een keer met een halve minuut af kan doen?
De populariteit van koudetraining neemt toe. Wim Hof was in 2015 op de podcast van Tim Ferriss. Daarvan leerde ik dat met goede ademhalingstechnieken het echt binnen handbereik is om ijswater te trotseren. Topsporters doen het al een tijdje voor beter herstel. Inmiddels neemt iedere CEO en zijn/haar moeder dagelijks een ijsbad of koude douche.
Voor mij werd het tastbaar toen een vriend en fysiotherapeut de training begon te geven aan doorsnee mensen. Ook sprak ik op de verjaardag van mijn moeder iemand die een aantal keer per week (ook ’s winters) gaat natuurzwemmen voor ontspanning en om reumaklachten tegen te gaan. Dat prikkelde opnieuw mijn bewondering, maar ik bleef denken: andere mensen kunnen dat, maar ik heb daar toch helemaal geen zin in.
Inmiddels zijn we een ruim jaar verder, half december. Tijdens het klussen luister ik naar een podcast van Peter Joosten met Ewout Staartjes, een ijszwemexpert. Daarin worden de voordelen van de blootstelling aan kou nog eens aangehaald. Het zou geweldig zijn voor je immuunsysteem. Uiteindelijk ben ik daar niet eens zo in geïnteresseerd. Het was het gemak waarmee er gesproken werd over Russen dagelijks een duik nemen in ijskoud water. IJszwemmen wordt in Rusland met de paplepel naar binnen gegoten. En ik? Ik stap dagelijks onbewust onder een comfortabele 37 graden en krik die temperatuur nog een paar keer omhoog. Op dat moment begon ik me af te vragen: waarom ga ik het niet gewoon een maand lang doen? In het slechtste geval heb ik mezelf een maand lang gepest en mijn verstandhouding met kou definitief uit het raam gegooid. In het beste geval kom ik er achter dat het meevalt. Dat ik zonder kik de zee in spring op 1 januari,en dat ik op een gegeven moment als een soort Wim Hof niet meer zonder koude douche (ik heb geen bad) kan. Alle fysieke en mentale voordelen spreken mij nog niet eens zo aan. Het is de wedstrijd tegen mezelf die ik wil winnen. Na het luisteren van de podcast voel ik een soort momentum. Vies van het klussen spring ik onder mijn eerste koude douche.
Log
Het experiment gaat als volgt. Een maand lang douche ik niet meer warm. Alleen nog maar koud. Koud is uiteindelijk de koudste stand die mijn douche aan kan, maar ik geef mezelf een week om hier naar toe te werken. Ik begin altijd op een temperatuur die in ieder geval koud genoeg voelt om me een koude schokreactie te geven. Na een week moet de douche altijd eindigen op de koudste stand. Aangezien het hoofddoel van de douche nog steeds is dat ik er schoon uit wil komen, wil ik toch minimaal een aantal minuten douchen. Dat moet er voor zorgen dat ik er niet onderuit kan komen.
De eerste douche heb ik de knop ergens halverwege tussen mijn normale stand en de koudste stand gezet. Ik had toen nog geen idee van de temperaturen. Ik was nog warm van het klussen en had zowaar zin in een frisse douche. Nog niet ijskoud, maar voor mij een prima startpunt.
In de volgende douchebeurten begon ik op hetzelfde punt en heb ik de knop steeds iets verder naar koud gezet. Op die manier kon ik mijn lichaam laten wennen aan de steeds koudere temperaturen. Hoe koud het precies was heb ik aan het eind van de eerste week gemeten. Ik begon steeds rond de 25 graden en eindigde op 18 graden.
Dit was koud genoeg voor een schokreactie en lauw genoeg om een aantal minuten comfortabel te wassen. Zodra ik uit de douche stapte en afgedroogd was voelde ik de warmte in mijn lijf vloeien en een gevoel van blijheid. Tot nu toe was de ervaring dus vooral positief. De komende week staat in het teken van de koudste stand.
Week 2 begon met een lauwe douche (20-25 graden) en die heb ik halverwege omgezet naar bijna de koudste stand (14 graden). Nu kwam ik in het territorium van echt koud. Ik moest mijzelf dwingen om te blijven staan. Na 30 seconden begon de kou iets te wennen, maar fijn voelde het nog niet. De tweede keer douchen ging ik naar vol koud. Dat blijkt 11 graden te zijn. Dat verbaasde me wel. De zeewatertemperatuur zit in december rond de 6 graden. Als ik bedenk hoe groot het verschil tussen 17 en 11 graden voelt, ben ik benieuwd of het koude douchen me traint voor de nieuwjaarsduik. Ik heb me rustig rondom afgedoucht.
Deze manier van douchen, dus lauw beginnen en daarna in een keer naar de koudste stand, werd de manier waarop ik de komende tijd zou gaan douchen.
Week 3: De kou went wel. De douches voelen nog steeds koud, maar ik wordt beter in het controleren van mijn reactie op de kou. Ik maakte dus voortgang dacht ik. Dit was de week van de kerstdagen. Een week van minder slaap, meer drank, meer eten. Wat ik wel gemerkt heb is dat hoe moeier ik was, hoe pittiger die koude douche werd. De lichamelijke reactie is heftiger en mentaal wordt het lastiger om je reactie te controleren. Ook opvallend vond ik dat het gek genoeg lastiger is om in een keer onder de lauwe kraan te springen dan om van de lauwe douche naar vol koud te gaan.
31 december voelde toch als een generale repetitie. En wat voor een. In volle rust heb ik een minuut lang onder die koude douche gestaan. Zonder afleiding, enkel lettend op wat ik voelde gebeuren. Terugkijkend op de afgelopen weken ben ik stukken verder gekomen. De koude douche maakt me niet nerveus meer. Soms kon ik er zelfs van genieten. Naderhand was ik iedere keer trots.
1 januari, de nieuwjaarsduik. De omstandigheden waren perfect. Beter kon bijna niet. We hebben jaren van wind en regen meegemaakt, maar nu scheen er een zonnetje, was er weinig wind en was het buiten een graad of 8. Het zeewater blijft natuurlijk rond de 6 graden, koud genoeg dat je na een tijdje bepaalde lichaamsdelen moet gaan terugzoeken. Voordat we de zee in gingen heb ik met mezelf afgesproken dat ik niet rennend de zee in zou gaan, maar rustig lopend. Ik wilde het effect van de afgelopen weken graag ervaren.
Eenmaal in zwembroek stonden we nog te wachten op de laatste personen die aan het omkleden waren. Doordat het zo zacht was buiten was het helemaal geen straf om haast zonder kleding in de openlucht te zijn.
Toen iedereen er klaar voor was hebben we niet eens afgeteld. Rustig wandelde ik naar zee. Bij het eerste contact met het koude water geen schrik. Het voelde eerder juist wel prettig aan met een lichte tinteling en een beetje gevoelloosheid. Waar ik eerdere jaren vooral ging voor erin, eruit en afdrogen, heb ik me dit keer rustig laten zakken en ben ik even blijven zitten. Geen idee of het de voorbereiding was, de mindset of de omstandigheden. Waarschijnlijk een combinatie van alles. Het voelde allemaal zo gemakkelijk.
Terug op het strand overheerste een trots die ik nog een keer wilde ervaren. Ik ben nog een keer teruggelopen in zee, die nu helemaal niet meer zo koud aanvoelde.
Conclusie
Ik zag mezelf altijd als iemand die ver onder gemiddeld slecht met koud water om kon gaan. Drie druppen koud water over mijn rug en een feest van ongecontroleerd ademhalen begon. Vol jaloezie keek ik naar mensen die na een sauna zonder twijfel onder een koude waterstraal lopen.
Na een maand koud douchen ben ik gemixt positief. Wat ik heb gemerkt:
De koude douche voelt nog steeds koud. Steeds koud douchen helpt niet om het koude water warmer te laten aanvoelen.
Mijn natuurlijke reactie is nog steeds om ongecontroleerd adem te halen en mijn lijf aan te spannen.
De eerste keren voelde ik me na het douchen ineens blij. Alsof mijn lichaam allerlei hormonen begon rond te pompen. Dat werd na een week wel minder. Het is voor mij niet duidelijk geworden of dit een reactie van mijn lichaam is geweest op de kou, of dat ik steeds trots was op mijn prestatie.
Ik ben al niet gestrest aangelegd, dus ik weet ook niet goed of het koude douchen me weerbaarder heeft gemaakt tegen mentale uitdagingen.
Na het douchen voelde ik me nog een tijd lang warm. Waarschijnlijk omdat na de kou mijn aderen verwijden en mijn bloed dan weer naar het oppervlakte terugstroomt, maar ik weet niet zeker.
Ik ben niet per sé beter bestand geworden tegen kou in andere situaties. Dus een paar uur lang in een kamer van 19 graden zorgt er uiteindelijk toch voor dat ik het koud krijg.
Verder heb ik geen fysieke voordelen gemerkt van het koude douchen. Ik had ook geen klachten, maar er worden allerlei voordelen aan koude geplakt.
Koud douchen was het makkelijkst na een rondje hardlopen (buiten was het ook al koud).
Koud douchen was het moeilijkst na een nacht slecht slapen en als je je al een beetje kikkerig voelt.
Wel heb ik geleerd om de kou steeds beter te trotseren. Door rustig te blijven ademhalen kon ik meestal zonder schokreactie onder het koude water gaan staan.
Oftewel: Nog steeds is het koude douchen uitdagend en is het eerste contact geen fijn moment. Er zijn tot nu toe voor mij nog geen grote merkbare mentale of fysieke voordelen van het koude douchen. Gek genoeg zie ik toch niet meer tegen de koude douche op en is het een soort spel met mezelf geworden. Ik ben er achter gekomen dat de reactie op koud water, waarvan ik altijd dacht dat ik daar fysiek niet voor gemaakt was, toch een mentaal ding is. Het realiseren van je zintuigelijke waarnemingen (ik voel kippenvel, samentrekking van spieren, mijn ademhaling en hartslag versnellen) en die lostrekken van het verhaal wat je hersenen er bij maken (het is koud) werkt echt. Ook in de koude buitenlucht of andere situaties waarin je kou voelt. Ik had niet verwacht dat ik zo ver zou komen. Na de duik ben ik koud blijven douchen en ik heb nu een mooie reeks opgebouwd van (inmiddels) bijna twee maanden koud douchen en wil die niet opgeven. Net als dat een stuk hardlopen of een zware training helemaal niet fijn is, kun je toch genieten van de uitdaging. Achteraf ben je toch blij dat je het gedaan hebt. Dat heb ik met de kou nu net zo.
Wat de toekomst brengt weet ik nog niet. Ik weet niet precies wat ik nog wil bereiken. Of dat langere koude douches zijn, of een poging met een ijsbad bijvoorbeeld. Voor nu was het een geslaagd experiment: De haat-haat is veranderd in haat-liefde.
Kwark is om meerdere redenen een van mijn favoriete maaltijden. Een magere kwark is slechts 250 calorieën per halve kilo. Een halfvolle kwark is romiger en lekkerder en zo’n 350 calorieën per halve kilo. Als je op je dagelijkse calorie-inname let heeft kwark een heel hoge voldoening/calorie-ratio. Kwark is lekker fris en makkelijk te combineren met allerlei toevoegingen om het te upgraden naar een ultieme snack. Afhankelijk van je behoefte kun je er voor kiezen om dat te doen: denk aan zoetstof, allerlei soorten fruit, muesli, cruesli, haver, noten etc. Voor de sporter is kwark een perfecte bron van eiwitten. In een bak kwark van 500 gram zitten zo 45 gram eiwitten die rechtstreeks naar je biceps gaan.
In de Nederlandse supermarkt vind je een aantal typen kwark:
Allerlei rommel met veel suiker en weinig eiwitten. Hartstikke lekker, maar calorierijk en minder geschikt als eiwitbron.
“Kwark”: de prijzen zitten rond de €1 per halve kilo, maar met enorme variatie. Budgetkwark kun je voor €0,69 krijgen. A-merk kwark is zo €1,40. Het gaat hier om een soort gecentrifugeerde yoghurt waar melkzuurbacteriën aan toegevoegd zijn. Met een paar minuten is melk veranderd in kwark. Een lagere kwaliteit product, waar je minder voor betaalt. Op het label staat kwark, maar het is geen kwark.
Echte kwark: een kaasproduct. Melk wordt aangezuurd, waarna stremsel er voor zorgt dat de melk, jawel, gestremd wordt tot een vaste massa. Als die uitlekt hou je een fijne dikke kwark over. Dit product kun je soms kopen bij de supermarkt, maar sowieso bij je lokale boer of biowinkel. Omdat het proces langer duurt betaal je hier meer voor. Al gauw boven de €2. Leuk artikel.
Op aanraden van Jelmer de Boer at ik in het afgelopen jaar vooral Mennel kwark. Met dit product hebben ze namelijk een soort optimum gevonden tussen smaak, kwaliteit, calorieën en eitwitgehalte. Mennel Fromage Frais Battu is zoals de naam verraad een kaasproduct. Het is een echte kwark die 3,2 gram vet bevat per 100 gram kwark. Daarom smaakt het zo goed. Voor 72 calorieën krijgt je 7,5 gram eiwit. Als Mennel zo ultiem is, waarom dan toch mijn eigen kwark maken? Tot voor kort kocht ik de kwark bij mijn lokale Vomar, echter hebben zij besloten om het product uit het assortiment te halen en te vervangen voor extra veel van hun huismerk ‘niet’-kwark. In de buurt hebben we wel een Jumbo, en ondanks dat zij de kwark normaal wel verkopen, heeft de mijne het niet. Er bleven twee opties over: overstappen op budgetkwark, of de portemonnee trekken voor een knappe kwark. Totdat ik er achter kwam dat het helemaal niet moeilijk is om zelf kwark te maken. Sterker nog, in een soort vloeiende stroom kun je eigenlijk constant kwark maken en dagelijks eten. Dat doe je als volgt.
Kwark maken
Kwark maken is een makkie, maar je hebt wel wat dingen nodig: – Zuursel (of na de eerste keer een paar eetlepels kwark) – Stremsel – Een zak of doek om de kwark uit te laten lekken – Melk (vol, halfvol, magere, naar keuze)
En verder: – Een kom – Een warme plek – Minimaal een nacht geduld
Stappenplan voor kwark:
Doe de melk in een kom. 2 liter is een mooie hoeveelheid, want afhankelijk van hoe ver je het laat uitlekken hou je iets meer dan 1 kilo kwark over, genoeg voor 2 dagen in mijn geval.
Voeg het zuursel toe aan de melk en roer het door. Zet de kwark afgedekt weg. Niet helemaal hermetisch, maar bijvoorbeeld met een theedoek. Ik zet het in mijn oven. Die zit tussen mijn koelkast en vriezer in en is daarom een warme omgeving. De melk kan aanzuren. Hoe langer je het laat staan, hoe meer melkzuurbacteriën, hoe zuurder de kwark. Het zuursel gebruik je in principe maar 1x. De volgende keren vervang je het zuursel door een paar eetlepels van je vorige batch kwark.
Na een paar uur voeg je een druppel stremsel toe. Dat moet genoeg zijn, maar kijk achteraf wat voor jou werkt. Roer het door en zet de melk afgedekt weg op een warme plek. Als je dit ’s avonds doet kun je de kwark een nacht wegzetten.
De volgende ochtend is de kwark klaar:
Optioneel:
Je kunt de kwark uit laten lekken in een speciale zak (notenmelkzak). Een hydrofiele doek werkt ook. Je oude t-shirt werkt ook en zorgt voor extra culturen. Schep alle kwark (op 5 eetlepels na) in de zak/doek en hang deze boven je wasbak, bijvoorbeeld aan een keukenkastje. Laat net zo veel wei uitlekken totdat je tevreden bent over de dikte. Pro-tip: vang de wei op en maak Ricotta, of zuurkool, was je haar, drink het op, geef het aan je huisdier.
Ook optioneel, de gestremde kwark kan wat klontjes bevatten of wat geleiïg(?) ogen. Laat dat zo als je dat lekker vindt. Anders mix je de kwark in een paar minuten glad. Als bonus wordt de kwark daar luchtiger van.
Begin opnieuw bij stap 1. De 5 eetlepels die je apart gehouden hebt gebruik je om de melk opnieuw aan te laten zuren. De volgende dag heb je nieuwe kwark, die je rustig weg kan zetten in de koelkast totdat je hem wilt eten.
Voordelen van zelf kwark maken: – Het is lekker. Je bepaalt zelf hoe zuur de kwark is en de vetgehalte van de melk. De kwark wordt exact zoals je het wilt. – Het is leerzaam. Hoe meer je het doet, hoe beter je de gevolgen van de omstandigheden kunt inschatten. Bijvoorbeeld de temperatuur en tijd. Als je er een beetje over nadenkt kun je wat leren over hoe bacteriën en enzymen werken. Voor je het weet is dat je nieuwe hobby. Je maakt iets met je eigen klauwen en dat geeft je voldoening. Zo niet dan kun je gewoon kwark blijven kopen. – Je bent onafhankelijk. Vomar, Jumbo en meneer Heijn kunnen je niks meer maken. Je bent je eigen kaasmeisje. Je bepaalt zelf waar de melk vandaan komt en hebt daarmee dierenwelzijn in je eigen hand. – Het is relatief goedkoop. De initiële investering in zuursel, stremsel en een kwarkzak kost je €10. Ik heb deze. Daarna betaal je voor een kilo kwark hetzelfde als voor 2 pakken melk. Afhankelijk van je keuzes kom je ergens tussen de €1,50 en €2,00 uit. – Je trakteert je darmflora op de bacteriën die je zelf gekozen hebt. Ik weet niet of dat goed/beter voor je is, maar zo voelt het intuïtief wel.
Nadelen van zelf kwark maken: – Het kost tijd. Je bent al met al toch zeker een minuut of 10 kwijt voor 2 porties kwark. Als je er niet bent om je kwark in de koelkast te zetten blijft deze aanzuren en na verloop van tijd zou het kunnen gaan schimmelen. – Minder inzicht in voedingswaarde. Ook al bepaal je zelf wat voor melk je gebruikt, van 2 liter melk lekt bijna een kilo aan wei uit. Als je de wei niet opdrinkt of op een andere manier gebruikt weet je niet zeker of je maximaal profiteert van de voedingsstoffen en eiwitten uit de melk.
Ik ben dit boek gaan lezen in mijn zoektocht naar een betere manier van notities nemen. Voordat ik dit boek had gelezen probeerde ik alles wat interessant was op te slaan. Dat deed ik eerst in Google Keep, totdat ik er na jaren achter kwam dat ik rustig een kop koffie kon zetten in de tijd die het duurde om oude notities op te halen. Daarna heb ik Google Docs geprobeerd, maar daarin was ik meer tijd kwijt aan het bepalen in welke categorie ik een notitie wilde plaatsen dan aan het daadwerkelijk schrijven en gebruiken van de notities. Tot slot heb ik Notion geprobeerd. Dat ziet er hartstikke mooi uit en heeft leuke functies als je je leven wilt inrichten als een professioneel projectmanager, maar is niet voor notities bedoeld. Of ik heb het nooit goed begrepen.
Toen kwam ik Roam tegen, en dat ziet me er een partij top uit. Het hele idee van Roam is dat notities aan elkaar gelinkt kunnen worden. Heen en weer, zodat er een web van notities kan ontstaan. Eigenlijk net als hoe je hersenen werken: ieder nieuw idee, herinnering of gedachte probeert zich te ankeren aan een bestaand idee, herinnering of gedachte. Het gebruik van Roam kost €165 per jaar. Dat is voor een beetje experimenteel hobbyen een hoop geld. Vandaar dat ik ben gesetteld voor Obsidian. Dat lijkt erg op Roam, maar is gratis en open source. Enthousiastelingen werken samen om de applicatie steeds beter te maken en van nieuwe functionaliteiten te voorzien. Bijkomend voordeel is dat notities op je eigen PC worden opgeslagen, dus dat je zelf verantwoordelijk bent en de keuze hebt om het in de cloud te zetten. Ook zijn de notities in markdown, dus gemakkelijk te exporteren en gebruiken in andere applicaties.
Wat ik wilde was dat het maken van notities gemakkelijk zou worden. Dat het zou draaien om het maken van de notitie en niet om het bepalen van een vast format. Dat ik niet te veel stil zou komen te staan door het nadenken over in welke categorie ik een notitie moest opslaan. Uiteindelijk is dat wat ik met het systeem uit How to Take Smart Notes van Sönke Ahrens heb geleerd. Zo worden deze boeknotities helemaal meta, want die heb ik vastgelegd met behulp van dit boek. Zie hier mijn favoriete notities:
Boeknotities
Introductie p.6: Waarom we schrijven Elke intellectuele inspanning begint met een notitie: – Als we iets moeten onthouden. – Om onze gedachten te organiseren. – Wanneer we ideeën willen delen met anderen. – Als voorbereiding. p.6: Schrijven begint met notities – Het schrijfproces begint al voordat je voor een leeg scherm/vel papier zit. – Goede notities maken het verschil.
1 Alles wat je moet weten p.11: Het belang van een notitiesysteem – Als je kan vertrouwen in een goed systeem waar je alles wat in je hoofd zit in kan loslaten, dan kun je je focussen op wat belangrijk is: de inhoud, argumenten en ideeën. p.12: Een goede notitieworkflow heeft geen structuur – Het wordt lastig om af te wijken van het plan, want dat kost wilskracht. Dat wil je niet in een systeem gericht op flow. – Een goede workflow stimuleert ideeën en inzicht als drijvende kracht vooruit. – Je hebt een systeem nodig voor een toenemende hoeveelheid informatie, waarin losse ideeën gecombineerd kunnen worden tot nieuwe (eigen) ideeën.
1.1 Goede oplossingen zijn simpel – en onverwachts p.14: Een goed notitiesysteem is simpel – Complexiteit kan zich opbouwen waar je het wilt: niet in het systeem zelf, maar in de inhoud van je notities. – Zonder simpel systeem geen gedragsverandering. – Zodra je kunt vertrouwen in het systeem kunnen we de rest loslaten en ons concentreren op wat er voor ons ligt (of dat nou noteren/schrijven is).
1.2 De slip-box p.19: Een idee is zo waardevol als zijn context – En die context hoeft niet dezelfde te zijn als waaruit het idee onttrokken is. p.24: Een simpel idee kan zo goed zijn als een complexe – Men verwacht niets van simpele ideeën, omdat ze er vanuit gaan dat je complexe ideeën nodig hebt voor indrukwekkende resultaten.
1.3 De handleiding voor de slip-box p.24: Bibliografische notities gaan in de bibliografische slip-box – Als je iets interessants leest schrijf je letterlijke stukken tekst of je ideeën op met daarbij waar de ideeën vandaan komen. De notitie gaat in een aparte box. – (Dat kan met e-books heel simpel door te highlighten en synchroniseren). p.25: Van bibliografische notities naar permanente – Eens in de zoveel tijd neem je de bibliografische notities door. Dan kunnen er vanzelf nieuwe ideeën ontstaan. Alles wat je op dat moment aan het denken zet of nuttig is voor waar je mee bezig bent wordt een nieuwe notitie. – Hou het simpel, een idee per notitie in eigen woorden. Zie hoofdstuk 2.
2 Alles wat je moet doen p.29: Een tekst schrijven wordt niets anders dan je notities verzamelen – Verzamel je notities, leg ze op volgorde, schrijf je concept. p.29: Notities verzamel je door pen en papier bij de hand te hebben – Zorg er voor dat je aantekeningen kunt maken bij alles wat je doet (lezen). Maak je geen zorgen over wat je precies opschrijft, leg alles vast wat je denkt. – Het gaat vooral om gedachten, dingen die je niet wilt vergeten, of dingen die je in de toekomst denkt te gaan gebruiken. Maar: niets is te veel. – Dit zijn je bibliografische notities. p.30: Later verwerk je de ideeën in eigen woorden
2.1 Stap voor stap een paper schrijven p.32: Lees om je gedachten te challengen – Lees de dingen die je tegenspreken om je eigen argumenten te versterken of nieuwe inzichten te verkrijgen. Teksten bevatten niet alleen waar je naar op zoek was. p.33: Verwerk de notities naar permanente notities – Het doel is ideeënontwikkeling, niet verzamelen. – Ga door je vluchtige/bibliografische notities en vraag je af: hoe zijn deze relevant? – Maak een nieuwe notitie en schrijf daarop 1 idee. Doe alsof je de notitie voor iemand anders maakt: volle zinnen, noem je bronnen, maak het precies, duidelijk en kort. – Verwijder/archiveer je oorspronkelijke notities. – Zorg ervoor dat je de permanente notitie kunt terugvinden, het liefst denk je van tevoren na over wanneer je de notitie zou willen tegenkomen. Gebruik bijvoorbeeld een index(notitie). – Koppel de permanente notitie aan andere notities (bijv. met links of referentiecodes). Bedenk hierbij: de beste koppelingen zijn juist de verbindingen die ontstaan waar je ze niet verwacht. – Bewaar de notities in een ‘slip-box’. (Dit kan een archiefbak zijn, of een digitaal systeem als Roam of Obsidian).
3 Alles wat je moet hebben p.37: Gebruik de juiste tools – Een goede tool geeft opties, maar moet vooral bronnen van afleiding wegnemen en het makkelijker maken om na te denken. – De ‘slipbox’ is een tool om alles te doen waar je hersenen niet goed in zijn. 3.1 De toolbox p.37: De tools die je nodig hebt – Iets om mee te schrijven – Iets om op te schrijven – Een systeem voor je referenties/bibliografische notities – Een systeem voor je ‘slip-box’
4 Om in gedachte te houden p.40: Een tool is zo goed als de gebruiker
5 Schrijven is het enige wat er toe doet p.44: Een idee wat je niet hebt vastgelegd is zo goed als een idee wat je nooit hebt gehad p.44: Een feit wat je niet kunt reproduceren is geen feit p.45: Probeer zo snel mogelijk op het punt van open vragen te komen – Een open vraag is het startpunt voor nieuw onderzoek en het startpunt voor je eigen schrijfwerk.
6 Simpliciteit is het belangrijkste p.47: Simpliciteit is wat een idee krachtig maakt zie ook 1.1. p.51: Niet elke notitie is permanent – Als een notitie geen waarde meer heeft dan wordt deze gearchiveerd. – Als elke notitie permanent zou zijn, dan verliezen alle andere notities hun waarde. p.53: Verwerk vluchtige/bibliografische notities zo snel mogelijk – Als het idee nog vers in je hoofd zit.
7 Niemand begint vanaf nul p.57: Onderwerpen om over te schrijven ontstaan in je slip-box – Onderwerpen ontstaan niet uit het niets, maar schrijvers beginnen niet vanaf nul. – Door te lezen en noteren over dingen die je interessant vindt ontstaan nieuwe vragen om te beantwoorden: te lezen en schrijven. p58: Brainstormen zorgt niet voor nieuwe ideeën – Ideeën ontstaan niet door er met zijn allen lang genoeg over na te denken. – Ideeën ontstaan door dingen te lezen, discussies te voeren en door te luisteren (doorvragen) naar anderen, met pen en papier erbij!
8 Laat je vooruit trekken door het werk wat je doet p.62: Zoek altijd naar feedback – De beste voorspeller van je eigen groei is hoeveel je actief zoekt naar positieve en negatieve feedback. – Hoe meer je dit doet, hoe meer plezier je er uit haalt. p.64: Je begrijpt iets pas echt als je het in je eigen woorden kunt opschrijven p.65: Hoe meer verbindingen tussen je notities, hoe makkelijker het is om er van te leren
9.1 Geef elke taak je onverdeelde aandacht p.68: Geef elke taak je onverdeelde aandacht 9.4 Wordt een expert in plaats van een planner p.74: Het leren begint zodra je stopt met het script – Je moet ruimte hebben om fouten te kunnen maken p.77: Een leraar is een expert in theorie, niet altijd praktijk 9.5 Tot een einde brengen p.78: Delegeer alles wat je niet nodig hebt voor je huidige taak naar een extern systeem (reminders maken) p.80: Het Zeigarnik-effect – Onafgeronde taken blijven in je geheugen hangen totdat ze zijn afgerond (of gedelegeerd). – Je kunt het Zeigarnik-effect in je voordeel gebruiken door zelf te bepalen welke gedachten je in je brein laat hangen, zodat je onderbewuste de kans krijgt om de problemen op te pakken. 9.6 Verminder de hoeveelheid beslissingen p.83: Verminder je beslissingen met een gestandaardiseerde omgeving – Gebruik een gestandaardiseerde methode en dezelfde tools om de weerstand te beperken.
10.1 Lees met pen en papier in de hand p.87: Noteren zorgt voor beter begrip van de tekst – Bij het noteren kom je er achter wat je nog niet begrijpt. – Dit betekent dat je langzamer door een tekst heen gaat, maar dat je van een tekst misschien maar 1 kernidee overhoudt. 10.2 Blijf openstaan voor nieuwe ideeën p.92: Hou een open mind tijdens het lezen – In plaats van dat je je vasthoudt aan een bepaald idee tijdens het lezen, probeer je te focussen op wat er daadwerkelijk geschreven wordt. – Zoek specifiek naar feiten die je huidige ideeën tegenspreken. 10.3 Begrijp/zoek de essentie p.93: Scheiden van hoofd- en bijzaken is een vaardigheid die je kunt trainen 10.4 Leer lezen p.97: Herlezen zorgt voor een gevoel van ‘quasi-begrip’: mere exposure effect. – Door iets te herlezen krijg je het idee dat je het begrijpt, terwijl je enkel vertrouwder raakt met een idee. – Het mere exposure effect stelt dat je hoe vaker je iets ziet of hoort, hoe beter je het herkent en prefereert boven andere ideeën, maar dit zegt niets over je begrip. p.98: Onderstrepen en herlezen is zinloos als techniek om te leren 10.5 Leren door te lezen p. 100: Leren doe je het beste door manipulatietechnieken: – Variatie, gespreid leren, contextuele interferentie, tussentijds toetsen. Het lijkt daardoor tussendoor misschien juist alsof je de stof niet begrijpt, omdat je meer confrontatiemomenten hebt dan bij lezen/onderstrepen/presentaties kijken. Achteraf zul je de informatie juist beter behouden. p.100: Leren doe je door vragen te beantwoorden voordat je een tekst leest – Probeer van tevoren de vragen te beantwoorden die je met een bepaalde tekst wilt beantwoorden. Als je het antwoord terugvindt zal je dat daarna beter onthouden.
11.1 Maak carriere, notitie voor notitie p. 106: Meet je productiviteit als schrijver aan het aantal notities – Niet het aantal geschreven woorden/pagina’s, maar de hoeveelheid notities bepalen je productiviteit. 11.2 Denk buiten je brein p.107: Notities zijn je denkproces – Notities zijn niet het gevolg van je denkproces, notities zijn je denkproces – Richard Feynman. 11.3 Leer door niet te proberen p.111: Expliciete connecties maken tussen notities verheldert ideeën – Als je moet nadenken over de connecties tussen notities zul je je ideeën moeten verduidelijken en dwingt je om na te denken over wat je schrijft. p.113: Het dumpen van gedachten laat je dingen vergeten – Het is essentieel om dingen te kunnen vergeten, want anders blijft je brein bezig met filteren in plaats van concentreren. Zo maak je ruimte voor nieuwe ideeën. p.114: Geheugen bestaat uit opslagvermogen en ophaalvermogen – Opslagvermogen: de kracht om gedachten op te slaan. Dit is nauwelijks te trainen. Het heeft weinig zin om te ‘stampen’. – Ophaalkracht: de kracht om informatie uit je geheugen te halen, is wel te trainen. p.115: Richt je op het strategisch gebruik van je ophaalkracht – Bedenk: welke cue moet er voor zorgen dat je bepaalde informatie terughaalt? – Verbind informatie met zoveel mogelijk relevante context. Dit is hoe je hersenen werken maar ook hoe je slip-box opgebouwd wordt als je notities linkt. p.116: Leren is het maken van zinvolle connecties tussen informatie p.119: Connecties zijn ook heterogeen – Een connectie hoeft niet te ontstaan tussen notities die met elkaar te maken hebben, maar ontstaan ook op plekken waar je ze van tevoren niet had verwacht. 11.4 Permanente notities toevoegen aan de slip-box p.120: Permanente notities maken – Voeg nieuwe notities toe achter de notities waar deze aan refereert (fysiek). – Voeg links/referenties toe naar andere notities en andersom. – Voeg een referentie toe aan een index(notitie).
12 Ontwikkel ideeën p.120: Hoe meer referenties een notitie heeft, hoe hoger de kwaliteit 12.1 Ontwikkel onderwerpen p.122: De slipbox is een systeem om te ondersteunen, geen archief – Het moet denken makkelijker maken en faciliteren. p.123: Het bladeren door je notities om connecties te maken is essentieel – Gebruik het verrassingselement in ideeëngeneratie. Als je door je notities bladert in plaats van rechtstreeks zoekt dan kun je verrast worden door eerdere notities. p.124: Categoriseer niet, maar vraag af wanneer je een notitie wilt tegenkomen – Als je een notitie een plek geeft, dan zijn tags/categorieën ondergeschikt. Het belangrijkste is dat je nadenkt over de context waarin je een notitie wilt kunnen terugvinden. – Gebruik eventueel tags die een relatie hebben met de onderwerpen waar je aan werkt. 12.3 Vergelijk, verbeter en onderscheid p.130: Maak meerdere notities voor hetzelfde idee – Zo kom je er achter waar je jezelf tegenspreekt en ontdek je weer nieuwe onderwerpen om te onderzoeken. p.131: Het feature-positive effect – Het feature-positive effect beschrijft het fenomeen dat we informatie belangrijker vinden als het gemakkelijker beschikbaar is. – Nieuwe/recente notities lijken daardoor relevanter. 12.4 Verzamel een gereedschapskist voor na te denken p.132: Verzamel mental models – Mental models zijn theorieën of modellen die veelzijdig zijn in wat ze verklaren. – Het is daarom nuttig om een verzameling te maken van mental models. p.132: (Wereld)wijsheid is de combinatie van mental models en ervaring – Charlie Munger zegt: zoek de krachtigste concepten in iedere discipline en probeer ze te begrijpen. Maak ze onderdeel van je denken. – Wijsheid is de combinatie van mental models en ervaring, waardoor je de wereld beter begrijpt. Het betekent niet dat je alles weet. 12.5 Gebruik de slipbox als creativiteitsmachine p.135: Creativiteit betekent dingen combineren – Steve Jobs zei: als je creatieve mensen vraagt hoe ze iets gedaan hebben, dan zullen ze zich schuldig voelen over het feit dat ze nauwelijks iets nieuws bedacht hebben. Het enige wat ze gedaan hebben is dat ze iets hebben gezien. Ze hebben combinaties gemaakt. p.136: Innovatie is iteratief en gebeurt bijna nooit plotseling 12.6 Denk in de box p.138: Problemen oplossen is abstracties maken – Hoe beter je een probleem abstract kunt maken, hoe beter en pragmatischer je het kan oplossen. p.139: Een gestandaardiseerde permanente notitie is in meerdere contexten nuttig – Het maakt mixen mogelijk. p.140: Vrij ideeën genereren is het loslaten van je gewoontes – Het gaat er om dat je probeert je gewoontes los te laten zodat je niet beperkt wordt in hoe je nieuwe informatie verwerkt. – Je eerste interpretatie laat je los. Je trekt niet direct conclusies. – Probeer feedback loops in te bouwen in je slipbox om dit te voorkomen. p.142: Problemen oplossen door ze opnieuw te definiëren – Soms heb je de oplossing voor een probleem al in handen, maar moet je het probleem nog opnieuw definiëren. 12.7 Faciliteer creativiteit met restricties p.145: Geef jezelf minder keuze om zo juist je vrijheid en productiviteit te verhogen
13 Deel je inzicht p.148: Als je notities verzamelt ontstaan er clusters in je slipbox – Je hoeft je nooit zorgen te maken over te weinig onderwerpen om te onderzoeken/over te schrijven. – Een goede slipbox zorgt dus voor een sneeuwbal van ideeën: een grote cluster heeft een grote kans op nieuwe connecties en vragen om te onderzoeken. – De slipbox laat zien wat we interessant vinden. p.148: Door te schrijven ontdek je gaten in je kennis 13.1 Van brainstromen naar slipboxstormen p.151: Goede vragen (onderwerpen) zijn precies relevant en interessant genoeg – Goede vragen zijn niet te makkelijk om te beantwoorden, maar ook niet te moeilijk (met het materiaal wat je voorhanden hebt). 13.3 Getting Things Done door je interesses te volgen p.153: Vraag jezelf af: wat is interessant of relevant om op te schrijven? – Zo ontdekken we aspecten waar we nog geen weet van hadden. Onze interesses ontwikkelen zich tijdens het lees/schrijfproces. 13.4 Afronden en reviewen p.156: Werk aan meerdere teksten tegelijk – Als je aan meerdere teksten tegelijk werkt ontstaan er onvoorziene bijproducten door de combinatie van 2 gebieden. 13.6 Daadwerkelijk schrijven p.160: Schrijven is verwijderen wat geen functie heeft – Met je slipbox heb je voldoende materiaal om over te schrijven. – Het lastigste is dan: alles verwijderen wat geen functie heeft. “Kill your darlings”.
14 Maak het een gewoonte p.162: Vooruitgang is de hoeveelheid dingen die je kunt doen zonder na te denken – Maak noteren een gewoonte. Hoe meer operaties je kunt doen zonder na te denken, hoe meer vooruitgang je hebt geboekt.
Support Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:
Geinspireerd door Derek Sivers is dit een pagina waar ik op vertel waar ik op dit moment mee bezig ben.
De website
Ik ben nog op zoek wat ik met de website wil doen. Het was voor mij een tijd lang een soort uitgebreid notitieblok, waar ik mijn ervaringen deelde over wat mij op dat moment interesseerde. Daardoor was de pagina nogal anoniem. Ik schreef in het Engels, omdat ik zo een grotere groep van lezers kon benaderen. Het gevolg daarvan was juist dat ik mijn gevoel met de pagina kwijtraakte. Als experiment wil ik daarom in het Nederlands gaan schrijven.
Het waarover schrijven is een tweede. Een tijd lang schreef ik iedere week een artikel. Dat is aan de ene kant een goede oefening die mijn creativiteit behoorlijk heeft uitgedaagd, maar het zorgde er aan de andere kant voor dat de artikelen af en toe generiek waren. Ik probeerde kennis te delen, maar die was weinig uniek. Het voelde als interessant doen om de pagina maar te vullen.
Ik wil meer gaan schrijven en daarbij mijn eigen stem ontwikkelen. Proberen om te schrijven zoals ik praat. Andersom wil ik door te schrijven weer beter worden in het uiten van mijn gedachten in een gesprek.
Persoonlijk
Ik schaaf mijn systeem van lezen, noteren en schrijven langzaam bij. Ik heb voor nu de focus liggen op leren programmeren. Dat is een sluimerende interesse die de laatste tijd groter is geworden. De basis in Python is gelegd en ik richt me tegelijkertijd op een stukje Data Science, Java en GitHub.
Sinds 2014 probeer ik om bewust meer te leren vanuit boeken. Dus niet alleen lezen op het strand tijdens vakanties, maar ook interessant boeken op te pakken in mijn vrije tijd. De boeken die ik toen las waren vooral non-fictie of biografieën. Andere boeken leken me tijdsverspilling. Een jaar later heb ik de Song of Ice and Fire (Game of Thrones)-serie gelezen. Vanaf dat moment is mijn liefde voor fictie weer opgeborreld, maar mijn leesdoelen waren nog wat inconsistent.
In 2016 had ik voor mezelf een doel gezet om 25 pagina’s per dag te lezen. Dat vertaalt zich in 9.125 pagina’s in een jaar. Dat doel heb ik niet gehaald, maar het heeft me wel geholpen om 7.000 pagina’s te lezen. In 2017 ging ik voor hetzelfde doel, maar nu ga ik af op zeker 10.000 pagina’s. Inmiddels is het doel voor mij minder relevant geworden en heeft het er vooral voor gezorgd dat ik van het lezen ben gaan houden.
Door iedere dag te lezen ga ik door een hoop bruikbare informatie heen. Ik heb geleerd dat mijn brein er niet voor gemaakt is om al die interessante lessen te onthouden. Tegelijkertijd wil ik ook niet altijd een notitieblok bij me hebben als ik ga lezen, want dat is een extra barrière om een boek op te pakken. Ik stond dus voor een dilemma: aan de ene kant wil ik meer onthouden en leren van wat ik lees, aan de andere kant wil ik dat lezen de simpele en plezierige activiteit blijft die het voor mij geworden is.
Toen kwam ik Ryan Holiday’s artikel tegen over zijn Commonplace Book. De methode die Ryan gebruikt is dat hij de pagina’s omvouwt van alles wat hij leest en interessant vindt, met een kleine kanttekening of notitie om te duiden wat er uit springt voor hem. Daardoor kan hij alles terugvinden waar hij iets mee wil doen of wat hij wil onthouden. Na het lezen geeft hij zijn gedachten de gelegenheid om met de informatie uit het boek te spelen. Daarna pakt hij een stapel van 4×3 inch indexkaarten, gaat hij door het boek en noteert daarop alles wat interessant voor hem was: quotes, zinnen en ideeën. De regels: een notitie per indexkaart, zodat een kaart gecategoriseerd kan worden of een flexibel onderdeel kan zijn van een verzameling (te schrijven tekst).
Hij is geen voorstander van een digitaal systeem, omdat Ryan gelooft dat de moeite van het fysiek schrijven van een notitie de waarde en retentie van de informatie versterkt. Het dwingt je om na te denken en bewust te zijn van wat je opschrijft.
Daar ben ik het niet per sé mee oneens, maar een digitaal systeem werkt voor mij toch beter. In een fysiek boek bewaar ik een A4-tje met een pen. Als ik iets interessants lees wat ik wil bewaren, dan maak ik een kleine notitie met een verwijzing naar de pagina. Als ik het boek uit heb verwerk ik de notities in Google Keep. Daarin maak ik 1 Keep-kaart per idee of zin en geef de notitie een algemene tag mee. Ook lees ik steeds meer e-books, met als grote voordeel dat ik vaker een boek bij me heb (op mijn telefoon) met synchronisatie tussen verschillende apparaten. Ik gebruik Google Books. Die app heeft de ingebouwde functie om gemarkeerde tekst in een Google Doc te bewaren. Tijdens het lezen is er dan nauwelijks afleiding als je interessante stukken tekst markeert. Het is letterlijk selecteren, markeren en weer doorlezen. Na het lezen van een boek zet ik de notities over in Keep, net als bij fysieke boeken.
Nadat ik mijn commonplace book voor notities had opgezet heb ik de lijn doorgetrokken en ben ik begonnen met het maken van notities voor vanalles: lessen uit mijn werk, uit gesprekken op verjaardagen, ideeën tijdens wandelingen. Een enorm interessant idee vind ik een van de lessen die Ryan geleerd heeft van Robert Greene (auteur van The 48 Laws of Power):
“Alles is materiaal. Al het slechte wat er gebeurt, al het frustrerende, vertraagde of teleurstellende – alles kan materiaal zijn voor een boek. Het kan je iets leren om je onderneming te verbeteren, het kan een verhaal worden wat je doorgeeft aan een vriend. Wordt niet boos vanwege alles wat er gebeurt. Zie het als dataverzameling. Observeer het. Maak er materiaal van.”
Door een commonplace book bij te houden heb ik altijd iets om over te schrijven. Als ik tegen mentale problemen aan loop kan ik filteren op de stoicisme tag om waardevolle lessen te herlezen over het loslaten van dingen die je niet kunt controleren. Ik gebruik dezelfde notities voor fitnessmotivatie of voor recepten. Soms ga ik door mijn notities om simpelweg waardevolle levenslezen te herlezen die weer uit mijn gedachten zijn vervlogen. Door mijn boeknotities te delen op mijn site geef ik een blik in alles wat ik genoteerd heb tijdens het lezen, zodat ik daar hopelijk ook anderen mee kan laten leren. Een commonplace book kan in allerlei vormen opgezet worden. Ik kan iedereen aanbevelen om gewoon te starten met opschrijven wat waardevol is en daarna uit te vinden wat voor jou werkt. Ik heb een manier gevonden om een tweede brein te maken, waarom zou jij niet hetzelfde doen?
Tijdens het schrijven van deze notities ben ik 4x naar mijn inbox gesurft, heb ik Twitter geopend naast nog een aantal browser tabs en ben ik al meerdere malen naar de keuken gelopen voor koffie, thee of drop. Hoewel ik wel kan bedenken dat dit niet bijdraagt aan het afmaken van deze notities, is er iets veel belangrijkers aan de hand. Doordat ik mezelf afleid met deze kleine dingen zorg ik ervoor dat ik nooit toe kom aan diep werk. Plus, door toe te geven aan de afleiding train ik mijn brein om alleen maar meer afgeleid te willen worden.
Dat is wat Cal Newport in dit boek schrijft over diep werk: Door slimmer om te gaan met mijn agenda en mijn werkplek afleidingsvrij te maken kan ik mijn hersenen inzetten om waardevolle activiteiten op te pakken. In de tijd daar omheen doe ik de taken die minder aandacht vereisen maar wel moeten gebeuren. Dan blijft er uiteindelijk vrije tijd over die, mits een beetje gestructureerd, voor rust en voldoening zorgt. Dat is de theorie, die ik hier onder heb samengevat:
Boeknotities
Introductie p.7: Wat is diep werk? – Professionele activiteiten, uitgevoerd in een staat van afleidingsvrije concentratie, die je cognitieve vaardigheden tot hun grenzen dwingt. – Deze inspanningen creëren nieuwe waarde, verbeteren je vaardigheden en zijn moeilijk te repliceren. – Diep werk wordt steeds zeldzamer en waardevoller (p.16). p.10: Ondiep werk: – Logistieke taken. Niet-cognitief veeleisend, werk wat je afgeleid uit kunt voeren. – Deze inspanningen creëren weinig nieuwe waarde en zijn gemakkelijk te herhalen. – Hoe meer ondiep werk je doet, tot hoe minder diep werk je in staat zult zijn. p.9: Motivatie volgt actie – Wachten op inspiratie werkt niet. Inspiratie komt zodra je aan iets begint. p.11: Als je werk te automatiseren is dan is het weinig waard – Als je werkzaamheden te vervangen zijn door een Excel script, dan ben je in de hedendaagse economie van weinig toegevoegde waarde. – Dit is een kans voor degene die de trend naar ondiep werk erkent en bewust kiest voor diep werk. p.14: Begin met werken voordat de rest komt opdagen – Kom vroeg op het werk voor de rest binnenkomt, zodat je zonder afleiding kunt werken. Zo kun je 4 uur geconcentreerd werken voor je eerste meeting. p.15: Voor middelmatige producten is de concurrentie eindeloos – Voor gemiddelde producten zijn talloze alternatieven (online). – Creëer dus iets nuttigs om een potentieel eindeloos publiek te bedienen. p.15: Blijf van waarde door snel te kunnen leren – In de huidige economie blijf je van waarde als je snel lastige dingen eigen kan maken. Ook dat is een vaardigheid die je kunt leren (p.27). p.18: Elimineer ondiep werk om tijd te besparen p.18: Kies je diepe werk zorgvuldig en bundel onvermijdelijke ondiepe taken – Bouw je dag om een blok van zorgvuldig gekozen diep werk. Ondiepe taken die niet te vermijden zijn bundel je rond de uitersten van je schema.
1 Het idee p.23: Drie groepen plukken de vruchten van de huidige Intelligent Machine Age – Hooggeschoolde arbeiders: die in staat zijn met intelligente machines te werken. – Supersterren: die op afstand werken. Op een volledig transparante markt kiest de consument het beste product. – Eigenaren: die met minimale arbeid maximale waarde creëren. p.27: Leer om te leren en op hoog niveau te produceren – Ontwikkel de vaardigheid om snel lastige dingen eigen te kunnen maken. – Ontwikkel daarnaast de vaardigheid om op elite-niveau te produceren, zowel in kwaliteit als snelheid. p.30: Leren vereist intense concentratie en doelbewuste oefening – Een leven lang doelbewuste oefening om beter te worden in een specifiek domein. p.31: Doelbewuste oefening: – Je aandacht is gericht op een specifieke vaardigheid of idee. – Je ontvangt feedback, waardoor je je benadering kunt aanpassen daar waar die het meest productief wordt ingezet voor verbetering. p.32: Leren: myeline maken rond relevante neuronen p.33: Lage concentratie = teveel circuits vuren tegelijk af in je brein p.35: Hoge kwaliteit werk = bestede tijd x intensiteit van concentratie p.36: Wissel zo min mogelijk van taken – Als je wisselt van taak A naar taak B blijft een deel van je aandacht sluimeren bij taak A. – Zelfs als taak A is afgerond blijft je aandacht daar nog even hangen. – Hoe groter dit effect, hoe slechter de uitvoering van taak B. – Je hebt lange periodes zonder afleiding nodig om aan een taak te kunnen werken op topniveau (p.38). – Hoe meer je wisselt, hoe zwakker je aandacht op de langere termijn wordt (p.127) p.45: De voordelen van kantoortrends wegen niet op tegen de nadelen – Kantoortuinen verhogen mogelijkheid voor samenwerking maar creëren afleiding, dus verlagen het vermogen voor diep werk. – Een korte onderbreking verlengd de tijd die nodig is om een taak af te ronden significant. p.49: Een extra vrije dag leidt tot hogere productiviteit en een groter leereffect – In een test waarin iedereen gedwongen werd een dag van de werkweek vrij te nemen ervaarde men: meer werkplezier, betere communicatie, groter leereffect en een beter product voor de klant. p.50: Mensen volgen het principe van de minste weerstand – Zonder feedback over de gevolgen van ons gedrag neigen we naar het gedrag wat het makkelijkste is, met de minste weerstand. p.51: Email kost de verzender seconden, maar de ontvanger potentieel uren p.54: ‘Druk’ zijn is de proxy voor productiviteit voor kenniswerkers – Omdat er niet altijd duidelijke indicatoren zijn dat kenniswerkers productief zijn. Werk vind namelijk grotendeels zonder zichtbaar resultaat plaats. – Kenniswerkers vermijden daardoor diep werk en richten zich op werk met zichtbaar resultaat. p.57: De aanname is dat high-tech goed is – Er vindt geen discussie plaats over de afweging tussen de efficientie en problemen van nieuwe tech, want die wordt al verondersteld als beter. p.64: Als je je aandacht kunt managen verbetert dat elk aspect van je ervaringen p.68: De inactieve geest is de werkplaats van de duivel – Zodra je je concentratie verliest verplaatsen je gedachten zich naar alles wat er mis kan zijn met je leven, in plaats van wat er goed gaat. p.70: Flow komt van taken die moeilijk én de moeite waard zijn – Flow ontstaat als lichaam en geest tot hun grenzen gedwongen worden in een vrijwillige inspanning om iets moeilijks te doen wat ook de moeite waard is. p.70: Vrije tijd is ongestructureerd en kost daardoor juist energie – Paradoxaal genoeg is werk makkelijker om van te genieten, omdat het als een flow-activiteit gepaard gaat met ingebouwde doelen, feedbackregels en uitdagingen die leiden tot betrokkenheid, hoge concentratie en jezelf kunnen verliezen in iets. – Vrije tijd is ongestructureerd en vereist daarom grotere moeite om gevormd te worden tot iets waar je van kunt genieten. – Bedenk dus van tevoren wat je met je vrije tijd wilt doen (p.169) p.72: Constant afwegen wat zinvol is en wat niet leidt tot nihilisme p.75: Je passie volgen (in je werk) is een gebrekkig idee – De obsessie van de hedendaagse wereld om je passie na te jagen in je werk is een gebrekkig idee, namelijk dat je werkplezier bepaald wordt door dingen die je kiest in een baan. – Werkplezier komt eerder van autonomie, meesterschap/beheersing van vaardigheden en relaties met mensen.
2 De regels p.81: Men vecht de hele tijd tegen verlangens – Niet alleen drijfveren voor eten, slaap en seks, maar ook op het werk: – Pauze nemen ja/nee, e-mail checken, social media, surfen, muziek luisteren etc. p.82: Met goede gewoontes behoud je wilskracht – Door gewoontes en rituelen in je leven te bouwen verminder je beslissingen die je wilskracht belasten tot zo min mogelijk. p.84: De kloosterlijke filosofie van het inplannen van diep werk: – Het maximaliseren van diep werk door ondiepe verplichtingen te elimineren of drastisch te verminderen. Voor veel mensen leidt dit niet direct tot meer diep werk. p.88: De bimodale filosofie van diep werk: – Verdeel je schema in specifiek toegewezen periodes van aaneengesloten tijd voor diep werk en laat de rest vrij voor al het andere. – De minimale eenheid voor een blok van diep werk is een volle (werk)dag. p.89: Maak jezelf onbeschikbaar, maar doe dat op een duidelijke manier – Collega’s accepteren je recht om niet beschikbaar te zijn doorgaans, zo lang deze momenten helder gedefinieerd en breed gecommuniceerd zijn. p.90: De kettingmethode – Markeer een succesvolle dag (qua diep werk) op de kalender met een groot kruis. – Als je een dag mist, dan onderbreek je de reeks/ketting: hoe langer de ketting wordt, hoe groter de motivatie om hem niet te breken. p.110: De vier disciplines van uitvoering 1. Hoe meer je probeert te doen, hoe minder je bereikt. Uitvoering moet gericht zijn op een kleine hoeveelheid uiterst belangrijke doelen. 2. Acteer op ‘lead measures’, de dingen die gedrag meten wat uiteindelijk de ‘lagging measures’ bepaalt. 3. Hou een overtuigend scorebord bij (op een publieke plaats). 4. Zorg voor een ritme van accountability, bijvoorbeeld met een wekelijkse review waarin je de komende week plant. p.114: Doen is moeilijker dan plannen – Het voelt net zo productief, maar dat is het niet. Strategieën geven geen resultaat, enkel actie doet dat. p.115: Je hebt momenten van downtime nodig – Zodat je op andere momenten klaar kunt zijn om diep werk te verzetten. p.116: Bepaal van tevoren het moment dat je stopt met werken – Als je werkt, dan werk je hard. Als je klaar bent, dan ben je klaar. (p.124) – Zet alles uit aan het einde van de werkdag. Geen email, geen mentale herhalingen van gesprekken, geen gedachtes aan de uitdagingen die nog komen. Stop met werken. – Dat geeft je onderbewuste de gelegenheid om inzichten te genereren. – Het verhoogt (behoudt) de hoeveelheid energie die je later kunt inzetten voor diep werk. – En, alles wat er in de avond nog gedaan zou moeten worden is meestal niet zó belangrijk. p.123: Het Zeigarnik effect – Onafgeronde taken blijven hangen in je onderbewuste (vragen aandacht). p.133: Maak je omgeving afleidingsvrij – Vertrouw niet op je wilskracht om bij de kleinste gevoelens van verveling afleidingen te beperken. Maak het makkelijk voor jezelf. p.135: Geef jezelf uitdagende deadlines – Identificeer een diepe taak (een taak die diep werk vereist). – Schat in hoeveel tijd je normaal gesproken nodig hebt voor zo’n taak. – Geef jezelf een deadline die deze tijd drastisch beperkt. – Pak de taak op met elke vrije neuron in je hoofd, in volle concentratie. p.137: Productieve meditatie – Gebruik de tijd dat je fysiek bezig bent, maar mentaal niet zo om je aandacht te vestigen op een enkel goed gedefinieerd probleem. – Zo kun je productief nadenken tijdens het wandelen, joggen, autorijden, douchen. p.144: Je concentratie is zo sterk als je toewijding om het te trainen p.159: De voordelen van social media wegen niet op tegen de nadelen – Facebook (e.d.) geven voordelen voor je sociale leven, maar geen van die voordelen zijn het waard om tijd en aandacht in te steken (versus werkelijk verbinden met mensen). p.161: Low-impact activiteiten gaan ten koste van high-impact activiteiten – Het is een zero-sum game. p.162: Mensen hebben de neiging spullen te accumuleren – Want de standaardgedachte zodra iets weggegooid moet worden is: ‘Wat als ik het ooit nog nodig heb?’ p.170: Je hersenen hebben geen rust nodig, maar verandering – Je mentale vermogen wordt niet moe zoals een lichaamsdeel, maar vraagt om continue verandering. p.172: Niemand werkt werkelijk 8 uur per dag – Iedereen heeft vergaderingen, onderbrekingen, kantoorpolitiek, persoonlijke zaken. Je hebt geluk als je 8 uur haalt. p.173: Hoe minder werktijd je hebt, hoe kritischer je bent met prioriteiten – Hoe minder officiële werktijd in je week, hoe minder tijd er is om alles te doen wat er moet gebeuren, dus wordt je kritischer op wat er überhaupt moet gebeuren. p.174: Ondiep werk is vaak overbodig, maar het zorgt wel voor banen – In de meeste bedrijven kun je grote hoeveelheden ondiep werk schrappen zonder impact op het resultaat onderaan de streep. – Dit werk wordt in stand gehouden om allerlei kenniswerkers aan het werk te houden. p.175: Ware diepte is maar een paar uur mogelijk – Zelfs de beste diepe denker kan niet meer dan 4 uur in een staat van echte diepte verkeren. p.177: We besteden grote delen van de dag op de automatische piloot – We denken niet na over wat we met onze tijd doen. p.193: Hoe minder bereikbaar je bent hoe minder ondiep werk je gevraagd wordt p.197: De sociale conventies omtrent email zijn niet zo ver – Email was transformatief, maar de sociale conventies omtrent email zijn nog onderontwikkeld. p.202: Reageer niet op een e-mail als deze: – Ambigu is, of het lastig gemaakt is om een reactie te geven. – Het geen vraag of verzoek bevat die je interesse wekt. – Er niets (slechts) gebeurt als je wel of niet reageert.
Support Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:
Als er een ding is waar iedereen een mening over heeft, dan is het wel voeding. Koolhydraten zijn slecht voor je. Koolhydraten zijn de beste bron van energie. Eieren zijn vitaminebommen. Eieren verhogen je cholesterol. Je moet geen koffie drinken. Je moet wel koffie drinken.
Voeding en training vind ik bijster interessant, maar ik word wel allergisch van iedereens opgedrongen mening. Ik lees dus wel graag over het onderwerp, al is het de truc om om alle specifieke adviezen in je eigen context te plaatsen. Tom schrijft dat zelf ook. Gebruik een schema als fundering en kies op basis van wat voor jou werkt wat je wel en niet doet. Het boek bevat nuttige principes om dat te doen. Hoe je de 20% basis bouwt in mindset, voeding, cardio, gewichtstraining die 80% van je resultaten voortbrengt. Wat ik heb geprobeerd te doen met deze notities is zoveel mogelijk de visie van Tom Venuto door te laten schemeren, maar daarbij wel discutabele punten te vermijden.
Boeknotities
1 De filosofie p.31: Een dieet is geen oplossing als je permanent vet wilt verliezen – Diëten vergroten je hongergevoel en geven onbedwingbare trek. – Minder voedselinname vertraagt je stofwisseling. – Hoe minder je eet, hoe minder je onbewust beweegt: een lage inname maakt letargisch. p.35: Voedselinname bepaalt de kwaliteit van je training – Hoe minder je eet en hoe slechter je eet, hoe sneller je vermoeid raakt en hoe minder kracht je hebt. p.39: Gewoontes ontstaan uit herhaling – Een gewoonte begint als een dun draadje. Hoe vaker we een bepaald gedrag herhalen, hoe dikker die draad wordt. p.39: Vervang een slechte gewoonte met een nieuwe – Slechte gewoontes afleren is lastig. Het vervangen van een slechte gewoonte met een betere is makkelijker. p.40: Bepaal hoeveel je eet op basis van je wekelijkse resultaten – Maak aanpassingen geleidelijk en in stapjes. p.63: Je lichaamscompositie is volledig beïnvloedbaar En afhankelijk van: – Hoeveel je eet – Wat je eet – Wanneer je eet – Wat voor soort training je doet – Hoe vaak je traint – Hoe lang je traint – Je lifestyle – Met wie je omgaat en wie jou beïnvloedt – Je mentale houding p.64: De manier waarop je lichaam reageert op het bovenstaande is deels uniek – Probeer niet een ander te worden. Probeer hooguit wat anderen doen, maar zoek uit wat specifiek voor jou werkt.
2 Het L.E.A.N. actieplan p.66: Focus op vetverlies en spiergroei – En niet op gewichtsverlies/-toename. Dat is niet het juiste doel. p.67: ‘Skinny-fat’ bestaat – Onderzoekers noemen het obesitas bij normaal gewicht: als je mager bent, maar wel teveel vet op je lijf hebt. p.70: Gemiddeld: net zo ver in het dal als van de top – John Wooden p.83: Als je halverwege stopt ziet alles eruit alsof het gefaald is – Denk aan een halfgebakken taart; – Of een halverwege gestaakte operatie. p.83: Bedenk: falen bestaat niet! Er is alleen feedback, resultaten p.89: Toepassing van (dit) advies – Onderzoek alles en bekijk je eigen ervaringen. Verander niet te veel tegelijk, maar kijk voorzichtig naar wat er gebeurt als je iets verandert in je routine. – Absorbeer wat nuttig voor je is. – Wijs af wat geen nut heeft. – Voeg toe wat specifiek is voor jou. p.93: Kijk naar de trends – Je gewicht schommelt, kijk niet te veel naar wekelijkse fluctuaties. – De trend op langere termijn laat zien hoe je naar je doel beweegt. – Een fluctuatie is niets om emotioneel over te worden. p.98: Prestatie verbetert als het wordt gemeten – Hou dus de score bij.
(Learn) Leren: mentale training (het 1ste element) p.106: Vervang een negatieve gedachte, bevestiging of vraag met een positieve p.109: Waarom zo weinig mensen hun potentie halen – Het is niet makkelijk, daarom zijn er maar weinig die het halen of zelfs proberen. p.114: Hij die op twee konijnen jaagt vangt er geen – Dat geldt ook voor afvallen vs. spiergroei. p.116: Ideeën die je onbewust hebt uiten zich in fysieke vorm – Je gedrag en dus resultaten worden gevormd door je gedachten, ook de onderbewuste. p.120: Voor je lichaam kan verbeelding zo echt zijn als de werkelijkheid – Het zenuwstelsel kent geen verschil tussen een werkelijke ervaring en een hele gedetailleerde verbeelde ervaring.
(Eat) Eet: voeding (het 2de element) p.118: Ga maximaal 30% onder je onderhoudsinname p.144: Houd je calorieën bij – De mensen met de beste lichamelijke resultaten zijn nauwkeurig in het bijhouden van hun voedingsinname. p.157: Begin met een programma en pas het daarna aan – Zie p.89. – Start met een fundering van een trainings- en/of voedingsschema. – Experimenteer met wat voor jou werkt. Pas aan en maak het zo op maat. p.157: 80-20 in training en voeding – Onthoud het paretoprincipe, de 80-20 regel: – 20% van je acties zullen 80% van je resultaten bepalen. – 80% van je acties zijn triviaal (maar bepalen wel de laatste 20%). p.162: Wat geldt voor de gemiddelde mens geldt niet per se voor jou – Minimale hoeveelheden en optimale hoeveelheden zijn twee verschillende concepten. – De gemiddelde persoon is niet iemand die traint. – Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de hoeveelheid eiwitten die je moet eten (p.187) p.171: De voordelen van omega-3 Het boek schrijft allerlei voordelen toe aan de inname van omega-3, maar geen verdere context. Denk aan: verhoogde insulinegevoeligheid, verhoogde opname van in vet oplosbare vitamines, gezondheid van gewrichten, nodig voor energieproductie, nodig voor zuurstoftransport, behoudt van celmembranen, onderdrukt cortisolproductie, verbetert huidtextuur, bevordert spiergroei, verhoogt stofwisseling, helpt met vetverbranding. Maar hoeveel bewijs is hiervoor? Zie ook examine.com p.171: Vetten om te vermijden – (Deels-)gehydrogeneerde vetten en transvetten. Olie die ranzig geworden is van licht/zuurstof. p.171: Aardappelen zijn een van de meest verzadigende voedingsmiddelen p.212: Uitdroging verhoogt je lichaamstemperatuur p.225: Beperk alcohol tot speciale gelegenheden – Alcohol doet niets goed voor lichaamscompositie. – Soms in het weekend, maar liever minder vaak. Bijvoorbeeld met vakanties of speciale gelegenheden. Op die manier zul je er ook meer van genieten. p.230: Meet alles qua voeding en training – Meet de structuur, getallen en timing van alles. Daarmee ontwikkel je discipline en aandacht voor detail. – Deze discipline in voeding en training vertaalt zich in de rest van je leven. p.241: Kook in grote hoeveelheden – En rouleer een aantal go-to maaltijden. De kans op succes is groter met maaltijdplan waarin je 10-15 maaltijden continu rouleert (p.260). p.248: Goede en slechte voedingsmiddelen bestaan niet – Je kunt voedsel niet indelen in een categorie goed/slecht, gezond/ongezond.
(Activate) Activeer: cardiotraining (het 3de element) p.272: Een dieet kan ook slecht uitpakken – In het slechtste geval eindig je als een kleinere versie van jezelf: een lager gewicht, maar nog steeds flubberig en zwak. Focus op spiergroei en vetverlies.
(New body) Nieuw lichaam: gewichtstraining (het 4de element) p.298: De drukste mensen krijgen het meeste gedaan – Hun drukke schema dwingt ze om meesters te worden van productiviteit. – Elke afgeronde actie zorgt voor momentum voor het volgende. p.298: Progressieve overbelasting is het nummer 1 principe van training – Progressive overload: iedere training iets meer volume, meer gewicht, meer sets of meer herhalingen. p.305: Heb geduld, resultaten zijn onvoorspelbaar – Plotseling ben je sterker.
Het volgende niveau: geavanceerde strategieën p.341: Plateaus gaan voorkomen, hou daar rekening mee – Je zult goede en slechte weken hebben. De weg naar je doel is nooit een rechte. p.349: Je lichaam past zich aan naar wat je er mee doet – Je knokt altijd tegen de neiging van je lichaam om hetzelfde te blijven. p.373: Simpeler is beter (in training en voeding) – Hoe complexer je training en dieet maakt, hoe verwarrender het wordt en hoe lastiger het vol te houden is.
Support Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen: