Categorieën
Boeknotities

The Almanack of Naval Ravikant (Eric Jorgenson)

Het boek is een samenraapsel van wijsheden uit tweets, podcasts en essays. De notities hieronder zijn daar weer een samenvatting van. Omdat het boek al van kaft tot kaft gevuld zit met interessante punten heb ik tijdens het lezen ongeveer de helft gemarkeerd. Ik heb geprobeerd om het nog enigszins bondig te houden, maar dat is dus niet echt gelukt. Het is opgedeeld in een aantal grove categorieën als rijkdom, oordeel, wijsheid, gezondheid en filosofie. Het gaat ook een beetje van de hak op de tak, dus ik heb hier en daar notities gebundeld met de paginanummers erbij.

Om te beginnen kun je direct naar helemaal beneden scrollen. Achterin het boek staan diverse belangrijke begrippen/ideeën uit het boek samengevat als formules. Als daar al iets uitspringt voor jou dan zou ik het boek gratis lezen (hier), of direct bestellen, want dan is er sowieso meer te ontdekken.

Boeknotities

Voorwoord
p.9: Naval’s kracht
Deugden die Naval belangrijk vindt:
– Trek dingen in twijfel, in plaats van ze voor waarheid aan te nemen.
– Test dingen.
– Wees je bewust van je valkuilen en biases.
– Verander van gedachten.
– Lach veel.
– Denk holistisch.
– Denk in termen van lange termijn.
– Neem jezelf niet te serieus.

Rijkdom opbouwen
p.16: Zoek naar rijkdom, niet naar geld of status
– Rijkdom is bezit (activa) waar je slapend aan verdient. Het komt van eigendom (p.32). Bouw, maak, creëer (en werk aan jezelf) (p.54).
– Geld is slechts een middel waarmee we tijd en rijkdom kunnen uitwisselen.
– Status is je plaats in de sociale hiërarchie. Het statusspel is zero-sum: om te winnen moet iemand anders verliezen (p.46).
p.16: Rijk worden is weten wat je gaat doen, met wie en op welke manier
– Het is dus meer dan alleen hard werken.
– Als je nog niet weet waar je aan zou moeten werken, dan is je belangrijkste taak om dat uit te zoeken.
p.17: Rijkdom opbouwen:
– Rijkdom komt niet uit het ruilen van je tijd voor geld, maar vanuit eigendom die leidt tot financiële vrijheid.
– Leer iets te bouwen en dat te verkopen. Dan ben je niet te stoppen (p.38).
– Geef de samenleving dat waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden, en schaal dat op.
– Gebruik het internet als platform. Het internet heeft de hoeveelheid potentiële carrières enorm uitgebreid, echter de meeste mensen hebben dit nog niet volledig ontdekt. Dankzij het internet is elke niche interesse te vermarkten (p.23).
– Kies een branche waarin je het langetermijnspel kunt spelen: met langetermijnrelaties. De beloningen komen als je het spel speelt tot lang nadat je het al ontgroeid bent (p.89)
– Rijkdom vereist hefbomen: kapitaal, mensen en producten zonder marginale kosten (media en code). Arbeid is de slechtste vorm van een hefboom, want dat betekent dat mensen voor je werken en dat vereist veeleisend management (p.18). De beste hefbomen hebben geen marginale kosten (boeken schrijven, media, films maken, programmeren, p.35).
– Maak gebruik van compound interest (samengestelde rente), ook als het aankomt op relaties en kennis (zie ook p.26).
p.17: Wapen jezelf met specifieke kennis
– Specifieke kennis is kennis die je niet kunt trainen, anders kan iemand anders het ook leren en je vervangen. Niemand kan concurreren met wie jij bent (p.22).
– Je vind het als je achter je nieuwsgierigheid aan loopt, in plaats van achter wat hip is op dit moment.
– Het opbouwen van specifieke kennis zal voelen alsof je speelt, terwijl het voor anderen voelt als werk. (Wat deed je moeiteloos als kind?). Zorg voor hobbies rondom je interesses (p.33).
– Het is vaak erg technisch of creatief. Het kan niet worden uitbesteed of geautomatiseerd.
– Het zit ingebakken in je identiteit, dus je kunt er alleen maar beter in worden (p.22).
– Het zit aan de randen van algemene kennis, omdat je het nu uitvindt (p.23).
p.18: Wordt de beste ter wereld in wat je doet
– En geef het weg (p.47)
p.18: Onderwerpen om te bestuderen
Leer de volgende dingen te begrijpen, want deze zijn fundamenteel:
– Microeconomie, speltheorie, psychologie, overtuiging, ethiek, wiskunde en computers.
p.18: Lezen is sneller dan luisteren. Doen is sneller dan bekijken
– Als het aankomt op leren.
– Om iets écht te leren moet je het doen (p.57)
p.18: ‘Zorg dat je het te druk hebt voor een kop koffie met iemand’
– Je agenda is van jou. Jij bepaalt wat je wanneer doet.
p.20: Alles om je heen was ooit technologie
– De samenleving wil altijd nieuwe dingen. Zoek uit wat dat is en schaal dat op.
p.21: Verkopen is een vaardigheid die je kunt leren
– Door te lezen (Robert Cialdini), door een training of door letterlijk langs de deuren te gaan.
p.24: Concurreren is kopiëren
– Je bent iemands concurrent, omdat je hetzelfde doet als iemand anders.
p.24: Leer om te leren. Dat is de belangrijkste vaardigheid
p.25: Word de meester in de 2 dingen die je het meest interesseren
– Specialiseer in maximaal 2 fundamentele dingen. Al het andere is afleiding (p.34).
– De dingen waar je het beste in kunt worden zijn doorgaans de dingen die je het meest interesseren.
p.30: Wees integer en eerlijk met het toegeven van fouten
– Men vergeeft je als je kunt uitleggen waarom je iets gedaan hebt. Neem verantwoordelijkheid.
p.39: Verkopen is niet alleen een product overdragen
– Het is ook: inspireren, marketing, communiceren, recruiten, geld ophalen.
p.42: Jouw waarde zit in het geven van je oordeel
– Robots/kapitaal/computers kunnen werk doen, maar niet jouw oordeel geven. Zorg dat je daarvoor wordt betaald.
p.47: De 3 grote vragen in het leven
– Waar ga je wonen?
– Met wie omring je jezelf?
– Wat ga je doen?
p.49: Je bent met pensioen als je vandaag niet hoeft op te offeren voor morgen
– Je hebt genoeg passief inkomen nodig, of zo weinig uitgeven als er binnenkomt.
– Óf je moet doen waar je gepassioneerd over bent.
p.52: Om snel hogerop te komen moet je vroeg in een onderneming zitten
p.53: Het belangrijkste in regulier werk is het netwerk dat je opbouwt

Een oordeel opbouwen
p.60: Werk aan je oordeel
– Daar zit je waarde (p.42).
– Je oordeel is toegepaste wijsheid.
– Een juist oordeel geven betekent onjuiste oordelen vermijden (p.68).
p.60: Je begrijpt iets pas echt als je het kunt uitleggen aan een kind
– Kun je iets herleiden naar fundamentele kennis? Kinderen blijven de waarom-vraag stellen, dus leer de basics en beredeneer van daar. Als je dat niet kan ben je aan het onthouden in plaats van begrijpen.
– Als je iets uitlegt, dan dwing je jezelf om informatie eigen te maken en kom je er achter welke informatie je mist (p.75)
p.62: Hoe liever je iets wilt, hoe minder van de waarheid je nog ziet
p.62: Je hebt ruimte nodig om na te denken
– Als je een volle agenda hebt blijft er geen tijd over om na te denken.
– Echt goede ideeën komen pas als je je verveelt.
p.64: Je identiteit is een verzameling van je gewoontes
– Op ieder gegeven moment zijn er duizenden onbewuste gewoontes die samen met een beetje hersenkracht om problemen op te lossen bepalen wie je bent (p.117).
– Heeft een bepaalde gewoonte nog een doel? Nee? Verwijder deze uit je identiteit.
– Ja? Maak de gewoonte opzettelijker, in plaats van een simpel gevolg van je leven.
– Bepaal je gewenste identiteit:
– p.97: Kies een ding, ontwikkel een verlangen. Visualiseer het. Plan een pad daar naartoe wat je vol kunt houden. Identificeer behoeften, prikkels en vervangers. Vertel het vrienden. Meet het en hou het bij. Zo kun je gewoontes veranderen.
p.66: Vooringenomenheid (biases) komen voort uit het willen besparen van tijd
p.66: Complimenteer specifiek, bekritiseer in het algemeen
– Als je iemand een compliment geeft, laat dan weten wat je specifiek bewondert.
– Als je kritiek hebt op iemand, bekritiseer dan het gedrag en niet de persoon.
p.66: Alle klassieke deugden optimaliseren voor de lange termijn
p.66: Zodra je tegen iemand moet liegen heb je tegen jezelf gelogen
– Je hebt afstand genomen van de werkelijkheid en bent daarin gaan geloven.
p.67: Verzamel mental models
– Zorg voor goede mental models voor het maken van goede beslissingen.
– Mental models herinneren je aan wat je weet.
p.68: Alle problemen komen voort uit schaarse eitjes en zaad in overvloed
p.68: We zijn onwetend en kunnen niet voorspellen
p.69: Het principal agent-probleem
– Een agent heeft geen belang, dus als iets moet gebeuren, doe het dan zelf.
p.71: Twijfel je in een keuze, dan is het antwoord nee
– De wereld bevat meer keuzes dan waar je voor gebouwd bent.
– Ga voor de dingen waar je minstens heel zeker van bent.
p.72: Lees alleen wat je interessant vindt
– Als een boek je niet pakt, sla dan een stuk over. Pakt het je nog steeds niet, leg het dan weg. Er zijn oneindig veel boeken, dus het is zonde om je tijd te steken in iets wat je niet wilt lezen.
– Je hoeft een boek niet uit te lezen. Lees een boek als een verzameling van blogs, tweets of ideeën. Blader naar wat je interessant vindt (p.78)
p.76: Mentale vermoeidheid lijkt op fysieke
– Als je mentale vermoeidheid voelt bij het lezen van een boek, dan is dat hetzelfde als de pijn die je voelt bij fysieke training.
p.78: Hoe ouder het probleem, hoe ouder de oplossing

Gelukkig leren zijn
p.81: Geluk is hoe je je standaard voelt
– Hoe je je voelt zodra er niets ontbreekt in je leven.
– Als je gedachten zich niet tot het verleden of de toekomst richten.
p.82: Een positieve gedachte bevat inherent een negatieve
– Positiviteit is namelijk een contrast van iets negatiefs.
p.83: Je kunt de wereld nauwelijks veranderen, maar wel jezelf
– Wees indifferent ten opzichte van de dingen die je niet kunt beheersen.
p.83: Realiteit is neutraal
– De natuur is niet blij of ontevreden. De natuur is een vertaling van wiskundige regels die zich heeft afgespeeld sinds de oerknal en op die manier perfect zoals het is.
– Hoe je de realiteit ziet is een reflectie van jouw houding en gevoel.
– Wees indifferent ten opzichte van de dingen die er niet toe doen.
p.85: Lees filosofie, mediteer, ga om met gelukkige mensen
– Naval’s manier om gelukkig te zijn.
p.85: Je ervaringen worden beperkt door gedachten aan de toekomst en het verleden
– In elk moment is slechts een klein deel van je brein gefocust op het heden.
– De rest van je hersen is bezig met het plannen van de toekomst of het hebben van spijt van het verleden.
– Dat zorgt er voor dat je nooit een geweldige ervaring kunt hebben van het leven:
– Het verleden is geweest, en er komt een hoop ongelukkigheid van het vergelijken van het verleden met de toekomst.
– Verlichting zit in de ruimte tussen je gedachten.
p.85: Gelukkig zijn is een keuze én een vaardigheid
– Een vaardigheid die je kunt ontwikkelen.
p.86: Angst komt voor uit een serie van gedachten
– Het is altijd het volgende, het volgende, het ding daarna. Dat geeft angst.
– Zit stil, relax en doe niets. Dat kun je niet, want er is altijd angst die je overeind haalt om iets te gaan doen.
– Wees je daarvan bewust, want dan kun je de keuze maken om die gedachten niet te hebben. Besluit: wat is de positieve interpretatie van deze gedachte (p.96).
– Geluk is de rust van gedachten die je angstig maken.
p.86: Werk aan doelen die van binnenuit komen
– Je wordt niet gelukkig van externe dingen en het verwezenlijken van een ander’s doelen.
– Externe problemen zijn eindeloos (p.91).
– Enkel een doel (purpose) wat van binnenuit komt maakt je gelukkig.
– Rust komt zodra je het idee van problemen opgeeft (p.91).
p.88: Je bestaat omdat er dingen zijn die moeten gebeuren
– Dat is de zin van je leven. Je draait lokaal entropie terug.
p.88: Doe niet méér. Meer doen = meer verlangens = meer ongelukkig
– Als je jong en gezond bent kun je meer doen, maar op die manier neem je steeds meer verlangens op je. Zonder dat je dat doorhebt ondermijn je zo je geluk.
– Verlangens zijn een contract om ongelukkig te blijven totdat je krijgt wat je wilt.
– Kies verlangens bewust en erken het als tijdelijke bron van lijden. Maximaal 1. Is het verlangen zo belangrijk om er ongelukkig van te zijn? (p.96)
p.88: Niets maakt je voor altijd gelukkig
– Dat is een grote misvatting, dat er iets bestaat dat zodra je het bereikt je voor altijd gelukkig zal maken.
p.91: Als je iets zou moeten doen dan doe je het uit schuld of sociale norm
– Niet per definitie omdat je het zelf wilt doen.
p.92: Het leven is een single-player-spel
– Je wordt alleen geboren en gaat alleen dood.
– Al je interpretaties en herinneringen zullen verdwijnen.
– Over 3 generaties weet niemand nog dat je bestaan hebt.
– Voordat je geboren was maakte het niemand iets uit.
p.92: Meditatie is moeilijk omdat het single-player is
– Er is geen extrinsieke waarde aan.
p.93: Gelukkig zijn komt aan op trial en error
– Je moet zelf ontdekken wat werkt en wat niet (experimenteren).
– Je beslist zelf dat het belangrijk is of niet.
p.95: Vermijdt mensen die constant conflicten hebben
– Dat is de eerste regel van het oplossen van conflicten.
p.96: Vang zonlicht, kijk omhoog en lach
p.97: Hoeveel doe ik uit verplichting, en hoeveel uit eigen interesse
– Dat is een persoonlijke maatstaf van geluk.
p.97: Minimaliseer het gebruik van 3 apps: telefoon, agenda en wekker
– Schermactiviteit is gelinkt aan minder geluk.
p.97: Situaties kun je veranderen, accepteren, of laten voor wat het is
– Als je een situatie wilt veranderen, dan wordt het een verlangen en zal het je laten lijden tot het veranderd is.
p.97: Zelfdiscipline is de brug naar je identiteit
– Eerst weet je iets, dan begrijp je het, dan kun je het uitleggen, dan kun je het voelen. Tot slot: dan ben je het.
p.98: Als iets in het verleden je heeft laten lijden, schrijf dan op:
– Wat het was en hoe je er beter uit bent gekomen. Als je dat later terugleest dan herinnert dat je eraan dat het lijden zo erg niet was.
p.98: Vraag bij al het negatieve: wat is het positieve in deze situatie?
p.99: Als je geen lol hebt in het leven dan heb je daar alleen jezelf mee
p.99: Het leven doet er wellicht niet toe, maar het is wel een leuk spel!
– Je leven is zo voorbij, en die nietigheid moet je erkennen. Dat brengt rust en geluk, want dan realiseer je je dat het allemaal maar een spel is. Een leuk spel.
– Alles wat er toe doet is jouw ervaring van het leven. Dus waarom maak je dat niet zo positief mogelijk?

Jezelf redden
p.102: Originaliteit vereist obsessie
– Als je een originele bijdrage wilt leveren zul je een irrationele obsessie met iets moeten hebben.
p.103: Alles start met goede gezondheid
– Je fysieke gezondheid op een.
– Mentale gezondheid op twee.
– Als derde je spirituele gezondheid.
– Daarna de gezondheid van je familie.
– Daarna het welzijn van je familie.
– Pas als dat op orde is kun je de wereld in om te doen wat je moet doen.
p.104: Het optimale dieet bestaat niet
– Naast wiskunde, natuurkunde en scheikunde is er weinig wetenschap concreet.
– We debatteren nog steeds over wat een optimaal voedingspatroon is. Daarvoor is geen wetenschappelijke fundering.
– Maar: richt je bij voedsel en medicijnen op wegnemen in plaats van toevoegen als het aankomt op gezondheid (p.105).
– Vermijd de combinatie van suiker én vet (p.105). Anders kun je je slecht beheersen.
p.104: We zijn geëvolueerd voor schaarste maar leven in overvloed
– Je hebt een constant gevecht om nee te zeggen tegen je genen.
– We zijn allemaal verslaafd aan smaak (p.105).
p.105: Hoe pittiger je training, hoe makkelijker de rest van de dag
p.106: Beweeg dagelijks
– Doe iets, het maakt niet zoveel uit wat. De beste training is de training waar je enthousiast genoeg van wordt om die dagelijks te doen.
p.106: Je jong voelen is een kwestie van flexibiliteit
p.106: Als je iets gedaan wilt krijgen, maak het dan je absolute prioriteit
– De rest moet wijken. Als je een lijst van 10-15 wazige prioriteiten hebt dan krijg je er geen enkele gedaan.
p.106: Opofferingen op de korte termijn geven beloningen op de lange termijn
– Makkelijke keuzes, moeilijk leven.
p.108: Ademhaling is de brug tussen je autonome en vrijwillige zenuwstelsel
– Daarom staat ademhaling centraal in meditatie.
– Een rustige ademhaling vertelt je lichaam dat het veilig is.
p.109: Een koude douche leert je om minder afhankelijk te zijn
– Dan kom je er achter dat je een warme douche niet nodig hebt. Dat is weer een ding minder om je zorgen om te maken.
p.110: Je leven is al best goed
– Ga na hoe hoog je zit in de piramide van Maslow. Dan kom je er achter dat je leven al best goed is.
p.111: Mediteer als je gaat slapen
– Dan heb je hoe dan ook een overwinning: óf je hebt een goede meditatie, óf je valt in slaap.
p.112: Spanning najagen in het leven is een vorm van gedachten vermijden
– Mensen die spanning najagen in sport, flow of orgasmes doen allemaal een poging om de stem in hun hoofd even niet te horen.
p.113: Meditatie is ook het erkennen van hoe uit de hand gelopen je brein is
p.114: Bedenk: 95% van de gedachten die je hebt vereisen geen directe actie
p.115: Je bent je DNA
– Je bent een bundeling van DNA wat gereageerd heeft op allerlei omgevingseffecten toen je jonger was.
– Je hebt goede en slecht ervaringen opgeslagen en gebruikt die nu om alles te bevooroordelen.
p.116: Meditatie zit in alles
– Schrijven in je dagboek: schrijvende meditatie
– Bidden: dankbaarheidsmeditatie
– Douchen: meditatie die je per ongeluk doet.
– Stil zitten: directe meditatie.
p.116: Het leven loopt zoals het loopt
– Er zullen goede en slechte dingen zijn, maar het meeste wordt bepaald door je interpretatie.
– Je bent geboren, je hebt een reeks ervaringen en dan ga je dood.
– Hoe je die ervaringen interpreteert bepaal je zelf.
p.118: Als je zegt dat je iets gaat doen, maar het niet doet, dan is het uitstelgedrag
– Je geeft jezelf zo een uitweg. Als je iets echt graag zou willen doen, dan zou je het wel doen.
– Of vertel het iedereen, zodat ze je aansprakelijk kunnen houden (p.120).
p.120: Doe nu wat je wilt doen, want er is geen ‘later’
p.122: Leer om te lezen, leer wiskunde en om te overtuigen
– Dat zijn de vaardigheden die je helpen in de echte wereld.
– Lezen is de ultieme metavaardigheid om alles te kunnen leren.
– Wiskunde is reverse engineering van de taal van de natuur.
– Als je mensen kunt overtuigen kun je een hoop gedaan krijgen.
p.123: Je bent niet verantwoordelijk voor het geluk van een ander
p.123: Waardeer je tijd. Het is alles wat je hebt
– Het is belangrijker dan geld, het is belangrijker dan je vrienden.
– Doe met je tijd wat je wilt doen. Als dat niets doen is, dan is dat ook goed.
p.123: Wees precies wie je bent
– Als je jezelf inhoudt blijf je in slechte relaties of slechte banen zitten.
– Zie ook p.128

Filosofie
p.126: De zin van het leven
– Óf het is persoonlijk: vind je eigen betekenis;
– óf er is geen zin, geen doel van het leven;
– óf het is puur natuurkundig: het versnellen van de hittedood van het universum door het lokaal versnellen van entropie.
p.128: Wees jezelf, zeg wat je denkt
– Zodra wat je zegt afwijkt van hoe je denkt moet je ineens meerdere gedachtenstromen tegelijk onderhouden.
p.131: In elk moment sterf je en word je opnieuw geboren
– Er is alleen het nu.
p.131: Wijsheid is de langetermijngevolgen van je acties begrijpen

Samenvatting
p.149: Samenvattende formules:
– Geluk = gezondheid + rijkdom + goede relaties.
– Gezondheid = beweging + voeding + slaap.
– Beweging = weerstandstraining op hoge intensiteit + sport + rust.
– Voeding = natuurlijke voeding + intermittent fasting + plantaardig.
– Slaap = geen wekker + 8-9 uur + circadiaans ritme.
– Rijkdom = inkomsten + eigendom x rendement op investeringen.
– Inkomsten = accountability + hefboom + specifieke kennis.
– Hefboom = kapitaal + mensen + intellectueel eigendom.
– Specifieke kennis = weten hoe je iets moet doen wat de samenleving niet kan en wat je gemakkelijk aan anderen kunt leren.
– Rendement op investeringen = ‘Buy-and-hold’ + waardering + veiligheidsmarge.
p.149: Willekeurige ideeën
– Verdien met je brein, niet met je tijd (p.60)
– Werk niet met mensen als je dat niet langer dan een dag kunt (p.17)
– Roem anderen specifiek, bekritiseer in het algemeen (p.66)
– Liefde wordt gegeven, niet ontvangen.
– Lezen en leren zijn de ultieme metavaardigheid (p.122)
– Je kunt altijd eerlijk en positief zijn (p.30, 90, 128)
– Grootsheid komt voort uit lijden (p.98)
– Waarheid is datgene wat voorspellende kracht heeft.
– Bekijk elke gedachte en ga na waarom je die hebt.
– Al het goede komt uit compound interest (p.17, 26)
– 99% van de dingen die je doet zijn voor niets.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:

Categorieën
Boeknotities

Think Like a Freak (Steven Levitt, Stephen Dubner)

Dit is een boek waar je wat van kan leren, maar wat ook relaxt is om te lezen. Steven Levitt en Stephen Dubner proberen je steeds te verrassen met praktijkvoorbeelden van hoe we niet zo rationeel blijken te zijn als we denken. Dat wist ik al van Freakonomics en Super Freakonomics. Het verschil met het boek Think Like a Freak is dat hierin ook daadwerkelijk handvaten aangerijkt worden om te voorkomen dat je in je eigen biases trapt (voor biases is niet echt een lekker Nederlands woord). Ik heb dit boek in 2017 gelezen en ben in de tussentijd gerust nog gevallen voor allerlei biases, want zo werkt het natuurlijk wel: het beetje informatie uit dit boek vecht tegen diepgewortelde gewoontes en de gevolgen van jaren evolutie van je brein. Toch zitten er allerlei interessante lessen in het boek. Degene die specifiek bij mij resoneerde staan hieronder:

Boeknotities

1 Wat betekent het om als een freak te denken?
p.15: Als je weet wat je moet meten, en hoe je dat moet doen, dan maak je de wereld een stuk simpeler
p.21: Schaam je niet voor wat je nog niet weet
– Als je het durft te zeggen wanneer je iets niet weet kun je daar enkel van leren.
– Zoals Jocko Willink ook aangeeft in Extreme Ownership: je bent juist dom als je geen vragen stelt.
– Of Chris Sacca in het boek van Tim Ferriss: Tools of Titans: Stel de overduidelijke vragen. Cultiveer geest van een beginner.

2 De drie moeilijkste woorden in de Engelse taal
Of: de vier moeilijkste woorden in de Nederlandse taal
p.22: I don’t know! – Ik weet het niet!
p.28: Toegeven dat je iets niet weet is beter dan het fout hebben
– Althans voor het individu
p.30: Stop je morele kompas weg als je proberen probeert op te lossen
– Je morele kompas is een grote vijand als het aankomt op leren.
– Het laat je denken dat je een antwoord al zeker weet, en;
– dat je genoeg van een onderwerp weet om het niet verder te onderzoeken.
p.33: Hoe complexer een probleem, hoe moeilijker het is om feedback te verzamelen
– In een complex probleem zijn de gevolgen van je acties minder duidelijk, oftewel:
– Hoe complexer een probleem, hoe minder duidelijk de resultaten waar je op moet letten.
p.38: Met behulp van experimenten wordt de wereld de ultieme zandbak
– Een zandbak waarin je nieuwe ideeën kunt uitproberen, nieuwe vragen kunt stellen en de heersende orthodoxie kunt uitdagen.
– Gebruik de wereld op die manier, in plaats van te vertrouwen op onderbuikgevoel, moreel kompas, of hoe je eerder beslissingen gemaakt hebt.
p.42: Volg ‘ik weet het niet’ op met: ‘maar ik kan het wel uitzoeken’
– Cultiveer je nieuwsgierigheid!

3 Wat is jouw probleem?
p.44: Zorg ervoor dat je het daadwerkelijke probleem oplost
– Los op wat je op wilt lossen, en niet de ruis om het probleem heen die toevallig je aandacht trekt, of wat leuker is om op te lossen.
p.52: Door problemen te herdefiniëren zijn nieuwe oplossingen mogelijk
– Door een probleem anders op te stellen kun je wellicht oplossingen gebruiken die wel in je gereedschapskist zitten. In plaats van dat je de oplossing nog moet bedenken.
p.53: Atleten blijken tot meer in staat dan ze denken
– In een experiment reden fietsers tegen hun eigen avatar: de snelste ronde die ze eerder gereden hadden. Wat ze niet wisten was dat de onderzoekers deze avatars iets sneller gemaakt hadden. Toch konden de atleten hun avatar bijhouden.
– Atleten (en uiteindelijk mensen in het algemeen) worden tegengehouden door arbitraire grenzen. Een set van 10, of een afstand van 10km geeft een mooi getal, dus vermoeien we bij 8-9, terwijl we anders misschien wel 12-15 gered zouden hebben.

4 De waarheid zit in de wortels (net als bij een slechte haarverfbeurt)
p.58: Ga op zoek naar de grondoorzaak van een probleem, en pak dat aan
– Als je afgeleiden van een probleem oplost, dan zullen de problemen blijven komen.
– Zoek dus uit of je het werkelijke probleem aan het oplossen bent of niet.

5 Denk als een kind
p.71: Denk als een kind
– Als kind heb je weinig kennis van de wereld, dus ben je inherent nieuwsgierig en nog vrij van biases. Je ziet de wereld hoe die werkelijk is.
p.71: Pas op: nieuwe ideeën lijken altijd beter
p.73: Deel een groot probleem op in kleinere
– Een groot probleem vereist een grote oplossing, dus dat is complex.
– Als je een probleem opdeelt kun je voortgang maken door steeds een deel van het probleem aan te pakken.
p.74: Wees niet bang om het overduidelijke te vragen
– Stel de vraag die de ander niet durft te stellen (en waarschijnlijk ook heeft!)
p.75: Maak dingen zo simpel mogelijk, maar niet simpeler dan dat
– Simpliciteit en niet complexiteit is een deugd.

6 Het is als het geven van snoep aan een baby
p.88: Kijk naar wat mensen doen, niet wat ze zeggen
– Dan kom je er achter wat mensen drijft: waar hun voorkeuren liggen. Er kan een enorm gat zitten tussen wat men zegt en wat blijkt uit hun gedrag. (Ook bij jezelf!)
p.90: Kuddegedrag motiveert mensen meer dan financiële prikkels

– Het bepaalt letterlijk alles wat mensen doen: wat we eten, wat we kopen, wat we stemmen etc.
p.104: Waarom het zo lastig is om mensen te stimuleren tot bepaald gedrag
– Mensen zijn altijd slim genoeg om een beloning zo makkelijk mogelijk te verkrijgen.
– De mensen waarvan je het gedrag het liefst wilt veranderen zijn juist de mensen die niet graag (door jou!) worden veranderd.

– Het gedrag wat je wilt veranderen is niet op de langere termijn gelijk.
p.105:
Pas de manier waarop je stimuleert aan op hoe men daarop reageert
– Hoe mensen reageren op een stimulans zal je verrassen en frustreren. Leer daarvan en probeer iets anders.
– Zoek naar wat mensen drijft en wat voor jou goedkoop is.
p.105: Ga er niet vanuit dat mensen vanzelf het juiste doen

8 Hoe overtuig je mensen die niet overtuigd willen worden?
p.130: Je discussiepartner heeft de enige stem die telt
– Als je iemand wilt overtuigen, onthoud dan dat jouw argument waterdicht kan zijn, maar als het niet resoneert bij de ander, dan kom je alsnog nergens.
p.133: Erken minstens de sterke punten van je tegenstander
– Als je niet luistert naar de ander dan zal diegene ook geen discussie willen voeren.
– Bedenk: de ander kan net zo goed gelijk hebben, of de waarheid kan in het midden liggen.
p.136: Gebruik een verhaal om de ander te overtuigen
– Een goed verhaal bevat een verloop van tijd om onveranderlijkheid of juist verandering aan te duiden.
– Een verhaal geeft de ketting van oorzaak-gevolg die leidt tot een resultaat.
– Het maakt gebruik van data, statistisch of in andere vorm om een gevoel van omvang te creëren.

9 Het voordeel van stoppen
p.144: Je middelen zijn eindig
– Verspil je middelen niet aan een blindganger (waar je mee kunt stoppen), want anders hou je niets over om de problemen van morgen op te lossen.
p.147: Maak ruimte om te kunnen falen
– Demoniseer falen niet, want dan zullen mensen het koste wat het kost vermijden, ook al is het een tijdelijke terugslag of waardevolle feedback.
p.149: Doe een pre-mortem
– Zoek van tevoren uit wat er mis kan gaan, voordat het te laat is.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:

Categorieën
Boeknotities

How to Take Smart Notes (Sonke Ahrens)

Ik ben dit boek gaan lezen in mijn zoektocht naar een betere manier van notities nemen. Voordat ik dit boek had gelezen probeerde ik alles wat interessant was op te slaan. Dat deed ik eerst in Google Keep, totdat ik er na jaren achter kwam dat ik rustig een kop koffie kon zetten in de tijd die het duurde om oude notities op te halen. Daarna heb ik Google Docs geprobeerd, maar daarin was ik meer tijd kwijt aan het bepalen in welke categorie ik een notitie wilde plaatsen dan aan het daadwerkelijk schrijven en gebruiken van de notities. Tot slot heb ik Notion geprobeerd. Dat ziet er hartstikke mooi uit en heeft leuke functies als je je leven wilt inrichten als een professioneel projectmanager, maar is niet voor notities bedoeld. Of ik heb het nooit goed begrepen.

Toen kwam ik Roam tegen, en dat ziet me er een partij top uit. Het hele idee van Roam is dat notities aan elkaar gelinkt kunnen worden. Heen en weer, zodat er een web van notities kan ontstaan. Eigenlijk net als hoe je hersenen werken: ieder nieuw idee, herinnering of gedachte probeert zich te ankeren aan een bestaand idee, herinnering of gedachte. Het gebruik van Roam kost €165 per jaar. Dat is voor een beetje experimenteel hobbyen een hoop geld. Vandaar dat ik ben gesetteld voor Obsidian. Dat lijkt erg op Roam, maar is gratis en open source. Enthousiastelingen werken samen om de applicatie steeds beter te maken en van nieuwe functionaliteiten te voorzien. Bijkomend voordeel is dat notities op je eigen PC worden opgeslagen, dus dat je zelf verantwoordelijk bent en de keuze hebt om het in de cloud te zetten. Ook zijn de notities in markdown, dus gemakkelijk te exporteren en gebruiken in andere applicaties.

Wat ik wilde was dat het maken van notities gemakkelijk zou worden. Dat het zou draaien om het maken van de notitie en niet om het bepalen van een vast format. Dat ik niet te veel stil zou komen te staan door het nadenken over in welke categorie ik een notitie moest opslaan. Uiteindelijk is dat wat ik met het systeem uit How to Take Smart Notes van Sönke Ahrens heb geleerd. Zo worden deze boeknotities helemaal meta, want die heb ik vastgelegd met behulp van dit boek. Zie hier mijn favoriete notities:

Boeknotities

Introductie
p.6: Waarom we schrijven
Elke intellectuele inspanning begint met een notitie:
– Als we iets moeten onthouden.
– Om onze gedachten te organiseren.
– Wanneer we ideeën willen delen met anderen.
– Als voorbereiding.
p.6: Schrijven begint met notities
– Het schrijfproces begint al voordat je voor een leeg scherm/vel papier zit.
– Goede notities maken het verschil.

1 Alles wat je moet weten
p.11: Het belang van een notitiesysteem
– Als je kan vertrouwen in een goed systeem waar je alles wat in je hoofd zit in kan loslaten, dan kun je je focussen op wat belangrijk is: de inhoud, argumenten en ideeën.
p.12: Een goede notitieworkflow heeft geen structuur
– Het wordt lastig om af te wijken van het plan, want dat kost wilskracht. Dat wil je niet in een systeem gericht op flow.
– Een goede workflow stimuleert ideeën en inzicht als drijvende kracht vooruit.
– Je hebt een systeem nodig voor een toenemende hoeveelheid informatie, waarin losse ideeën gecombineerd kunnen worden tot nieuwe (eigen) ideeën.

1.1 Goede oplossingen zijn simpel – en onverwachts
p.14: Een goed notitiesysteem is simpel
– Complexiteit kan zich opbouwen waar je het wilt: niet in het systeem zelf, maar in de inhoud van je notities.
– Zonder simpel systeem geen gedragsverandering.
– Zodra je kunt vertrouwen in het systeem kunnen we de rest loslaten en ons concentreren op wat er voor ons ligt (of dat nou noteren/schrijven is).

1.2 De slip-box
p.19: Een idee is zo waardevol als zijn context
– En die context hoeft niet dezelfde te zijn als waaruit het idee onttrokken is.
p.24: Een simpel idee kan zo goed zijn als een complexe
– Men verwacht niets van simpele ideeën, omdat ze er vanuit gaan dat je complexe ideeën nodig hebt voor indrukwekkende resultaten.

1.3 De handleiding voor de slip-box
p.24: Bibliografische notities gaan in de bibliografische slip-box
– Als je iets interessants leest schrijf je letterlijke stukken tekst of je ideeën op met daarbij waar de ideeën vandaan komen. De notitie gaat in een aparte box.
– (Dat kan met e-books heel simpel door te highlighten en synchroniseren).
p.25: Van bibliografische notities naar permanente
– Eens in de zoveel tijd neem je de bibliografische notities door. Dan kunnen er vanzelf nieuwe ideeën ontstaan. Alles wat je op dat moment aan het denken zet of nuttig is voor waar je mee bezig bent wordt een nieuwe notitie.
– Hou het simpel, een idee per notitie in eigen woorden. Zie hoofdstuk 2.

2 Alles wat je moet doen
p.29: Een tekst schrijven wordt niets anders dan je notities verzamelen
– Verzamel je notities, leg ze op volgorde, schrijf je concept.
p.29: Notities verzamel je door pen en papier bij de hand te hebben

– Zorg er voor dat je aantekeningen kunt maken bij alles wat je doet (lezen). Maak je geen zorgen over wat je precies opschrijft, leg alles vast wat je denkt.
– Het gaat vooral om gedachten, dingen die je niet wilt vergeten, of dingen die je in de toekomst denkt te gaan gebruiken. Maar: niets is te veel.
– Dit zijn je bibliografische notities.
p.30: Later verwerk je de ideeën in eigen woorden


2.1 Stap voor stap een paper schrijven
p.32: Lees om je gedachten te challengen
– Lees de dingen die je tegenspreken om je eigen argumenten te versterken of nieuwe inzichten te verkrijgen. Teksten bevatten niet alleen waar je naar op zoek was.
p.33:
Verwerk de notities naar permanente notities
– Het doel is ideeënontwikkeling, niet verzamelen.
– Ga door je vluchtige/bibliografische notities en vraag je af: hoe zijn deze relevant?
– Maak een nieuwe notitie en schrijf daarop 1 idee. Doe alsof je de notitie voor iemand anders maakt: volle zinnen, noem je bronnen, maak het precies, duidelijk en kort.
– Verwijder/archiveer je oorspronkelijke notities.
– Zorg ervoor dat je de permanente notitie kunt terugvinden, het liefst denk je van tevoren na over wanneer je de notitie zou willen tegenkomen. Gebruik bijvoorbeeld een index(notitie).
– Koppel de permanente notitie aan andere notities (bijv. met links of referentiecodes). Bedenk hierbij: de beste koppelingen zijn juist de verbindingen die ontstaan waar je ze niet verwacht.

– Bewaar de notities in een ‘slip-box’. (Dit kan een archiefbak zijn, of een digitaal systeem als Roam of Obsidian).

3 Alles wat je moet hebben
p.37: Gebruik de juiste tools
– Een goede tool geeft opties, maar moet vooral bronnen van afleiding wegnemen en het makkelijker maken om na te denken.
– De ‘slipbox’ is een tool om alles te doen waar je hersenen niet goed in zijn.
3.1 De toolbox
p.37: De tools die je nodig hebt
– Iets om mee te schrijven
– Iets om op te schrijven
– Een systeem voor je referenties/bibliografische notities
– Een systeem voor je ‘slip-box’

4 Om in gedachte te houden
p.40: Een tool is zo goed als de gebruiker

5 Schrijven is het enige wat er toe doet
p.44: Een idee wat je niet hebt vastgelegd is zo goed als een idee wat je nooit hebt gehad
p.44: Een feit wat je niet kunt reproduceren is geen feit
p.45: Probeer zo snel mogelijk op het punt van open vragen te komen
– Een open vraag is het startpunt voor nieuw onderzoek en het startpunt voor je eigen schrijfwerk.

6 Simpliciteit is het belangrijkste
p.47: Simpliciteit is wat een idee krachtig maakt zie ook 1.1.
p.51: Niet elke notitie is permanent
– Als een notitie geen waarde meer heeft dan wordt deze gearchiveerd.
– Als elke notitie permanent zou zijn, dan verliezen alle andere notities hun waarde.
p.53: Verwerk vluchtige/bibliografische notities zo snel mogelijk
– Als het idee nog vers in je hoofd zit.

7 Niemand begint vanaf nul
p.57: Onderwerpen om over te schrijven ontstaan in je slip-box
– Onderwerpen ontstaan niet uit het niets, maar schrijvers beginnen niet vanaf nul.
– Door te lezen en noteren over dingen die je interessant vindt ontstaan nieuwe vragen om te beantwoorden: te lezen en schrijven.
p58: Brainstormen zorgt niet voor nieuwe ideeën
– Ideeën ontstaan niet door er met zijn allen lang genoeg over na te denken.
– Ideeën ontstaan door dingen te lezen, discussies te voeren en door te luisteren (doorvragen) naar anderen, met pen en papier erbij!

8 Laat je vooruit trekken door het werk wat je doet
p.62: Zoek altijd naar feedback
– De beste voorspeller van je eigen groei is hoeveel je actief zoekt naar positieve en negatieve feedback.
– Hoe meer je dit doet, hoe meer plezier je er uit haalt.
p.64: Je begrijpt iets pas echt als je het in je eigen woorden kunt opschrijven
p.65: Hoe meer verbindingen tussen je notities, hoe makkelijker het is om er van te leren

9.1 Geef elke taak je onverdeelde aandacht
p.68: Geef elke taak je onverdeelde aandacht
9.4 Wordt een expert in plaats van een planner
p.74: Het leren begint zodra je stopt met het script
– Je moet ruimte hebben om fouten te kunnen maken
p.77: Een leraar is een expert in theorie, niet altijd praktijk
9.5 Tot een einde brengen
p.78: Delegeer alles wat je niet nodig hebt voor je huidige taak naar een extern systeem (reminders maken)
p.80: Het Zeigarnik-effect
– Onafgeronde taken blijven in je geheugen hangen totdat ze zijn afgerond (of gedelegeerd).
– Je kunt het Zeigarnik-effect in je voordeel gebruiken door zelf te bepalen welke gedachten je in je brein laat hangen, zodat je onderbewuste de kans krijgt om de problemen op te pakken.
9.6 Verminder de hoeveelheid beslissingen
p.83: Verminder je beslissingen met een gestandaardiseerde omgeving
– Gebruik een gestandaardiseerde methode en dezelfde tools om de weerstand te beperken.

10.1 Lees met pen en papier in de hand
p.87: Noteren zorgt voor beter begrip van de tekst
– Bij het noteren kom je er achter wat je nog niet begrijpt.
– Dit betekent dat je langzamer door een tekst heen gaat, maar dat je van een tekst misschien maar 1 kernidee overhoudt.
10.2 Blijf openstaan voor nieuwe ideeën
p.92: Hou een open mind tijdens het lezen
– In plaats van dat je je vasthoudt aan een bepaald idee tijdens het lezen, probeer je te focussen op wat er daadwerkelijk geschreven wordt.
– Zoek specifiek naar feiten die je huidige ideeën tegenspreken.
10.3 Begrijp/zoek de essentie
p.93: Scheiden van hoofd- en bijzaken is een vaardigheid die je kunt trainen
10.4 Leer lezen
p.97: Herlezen zorgt voor een gevoel van ‘quasi-begrip’: mere exposure effect.
– Door iets te herlezen krijg je het idee dat je het begrijpt, terwijl je enkel vertrouwder raakt met een idee.
– Het mere exposure effect stelt dat je hoe vaker je iets ziet of hoort, hoe beter je het herkent en prefereert boven andere ideeën, maar dit zegt niets over je begrip.
p.98: Onderstrepen en herlezen is zinloos als techniek om te leren
10.5 Leren door te lezen
p. 100: Leren doe je het beste door manipulatietechnieken:
– Variatie, gespreid leren, contextuele interferentie, tussentijds toetsen. Het lijkt daardoor tussendoor misschien juist alsof je de stof niet begrijpt, omdat je meer confrontatiemomenten hebt dan bij lezen/onderstrepen/presentaties kijken. Achteraf zul je de informatie juist beter behouden.
p.100: Leren doe je door vragen te beantwoorden voordat je een tekst leest
– Probeer van tevoren de vragen te beantwoorden die je met een bepaalde tekst wilt beantwoorden. Als je het antwoord terugvindt zal je dat daarna beter onthouden.

11.1 Maak carriere, notitie voor notitie
p. 106: Meet je productiviteit als schrijver aan het aantal notities
– Niet het aantal geschreven woorden/pagina’s, maar de hoeveelheid notities bepalen je productiviteit.
11.2 Denk buiten je brein
p.107: Notities zijn je denkproces
– Notities zijn niet het gevolg van je denkproces, notities zijn je denkproces – Richard Feynman.
11.3 Leer door niet te proberen
p.111: Expliciete connecties maken tussen notities verheldert ideeën
– Als je moet nadenken over de connecties tussen notities zul je je ideeën moeten verduidelijken en dwingt je om na te denken over wat je schrijft.
p.113: Het dumpen van gedachten laat je dingen vergeten
– Het is essentieel om dingen te kunnen vergeten, want anders blijft je brein bezig met filteren in plaats van concentreren. Zo maak je ruimte voor nieuwe ideeën.
p.114: Geheugen bestaat uit opslagvermogen en ophaalvermogen
– Opslagvermogen: de kracht om gedachten op te slaan. Dit is nauwelijks te trainen. Het heeft weinig zin om te ‘stampen’.
– Ophaalkracht: de kracht om informatie uit je geheugen te halen, is wel te trainen.
p.115: Richt je op het strategisch gebruik van je ophaalkracht
– Bedenk: welke cue moet er voor zorgen dat je bepaalde informatie terughaalt?
– Verbind informatie met zoveel mogelijk relevante context. Dit is hoe je hersenen werken maar ook hoe je slip-box opgebouwd wordt als je notities linkt.
p.116: Leren is het maken van zinvolle connecties tussen informatie
p.119: Connecties zijn ook heterogeen
– Een connectie hoeft niet te ontstaan tussen notities die met elkaar te maken hebben, maar ontstaan ook op plekken waar je ze van tevoren niet had verwacht.
11.4 Permanente notities toevoegen aan de slip-box
p.120: Permanente notities maken
– Voeg nieuwe notities toe achter de notities waar deze aan refereert (fysiek).
– Voeg links/referenties toe naar andere notities en andersom.
– Voeg een referentie toe aan een index(notitie).

12 Ontwikkel ideeën
p.120: Hoe meer referenties een notitie heeft, hoe hoger de kwaliteit
12.1 Ontwikkel onderwerpen
p.122: De slipbox is een systeem om te ondersteunen, geen archief
– Het moet denken makkelijker maken en faciliteren.
p.123: Het bladeren door je notities om connecties te maken is essentieel
– Gebruik het verrassingselement in ideeëngeneratie. Als je door je notities bladert in plaats van rechtstreeks zoekt dan kun je verrast worden door eerdere notities.
p.124: Categoriseer niet, maar vraag af wanneer je een notitie wilt tegenkomen
– Als je een notitie een plek geeft, dan zijn tags/categorieën ondergeschikt. Het belangrijkste is dat je nadenkt over de context waarin je een notitie wilt kunnen terugvinden.
– Gebruik eventueel tags die een relatie hebben met de onderwerpen waar je aan werkt.
12.3 Vergelijk, verbeter en onderscheid
p.130: Maak meerdere notities voor hetzelfde idee
– Zo kom je er achter waar je jezelf tegenspreekt en ontdek je weer nieuwe onderwerpen om te onderzoeken.
p.131: Het feature-positive effect
– Het feature-positive effect beschrijft het fenomeen dat we informatie belangrijker vinden als het gemakkelijker beschikbaar is.
– Nieuwe/recente notities lijken daardoor relevanter.
12.4 Verzamel een gereedschapskist voor na te denken
p.132: Verzamel mental models
– Mental models zijn theorieën of modellen die veelzijdig zijn in wat ze verklaren.
– Het is daarom nuttig om een verzameling te maken van mental models.
p.132: (Wereld)wijsheid is de combinatie van mental models en ervaring
– Charlie Munger zegt: zoek de krachtigste concepten in iedere discipline en probeer ze te begrijpen. Maak ze onderdeel van je denken.
– Wijsheid is de combinatie van mental models en ervaring, waardoor je de wereld beter begrijpt. Het betekent niet dat je alles weet.
12.5 Gebruik de slipbox als creativiteitsmachine
p.135: Creativiteit betekent dingen combineren
– Steve Jobs zei: als je creatieve mensen vraagt hoe ze iets gedaan hebben, dan zullen ze zich schuldig voelen over het feit dat ze nauwelijks iets nieuws bedacht hebben. Het enige wat ze gedaan hebben is dat ze iets hebben gezien. Ze hebben combinaties gemaakt.
p.136: Innovatie is iteratief en gebeurt bijna nooit plotseling
12.6 Denk in de box
p.138: Problemen oplossen is abstracties maken
– Hoe beter je een probleem abstract kunt maken, hoe beter en pragmatischer je het kan oplossen.
p.139: Een gestandaardiseerde permanente notitie is in meerdere contexten nuttig
– Het maakt mixen mogelijk.
p.140: Vrij ideeën genereren is het loslaten van je gewoontes
– Het gaat er om dat je probeert je gewoontes los te laten zodat je niet beperkt wordt in hoe je nieuwe informatie verwerkt.
– Je eerste interpretatie laat je los. Je trekt niet direct conclusies.
– Probeer feedback loops in te bouwen in je slipbox om dit te voorkomen.
p.142: Problemen oplossen door ze opnieuw te definiëren
– Soms heb je de oplossing voor een probleem al in handen, maar moet je het probleem nog opnieuw definiëren.
12.7 Faciliteer creativiteit met restricties
p.145: Geef jezelf minder keuze om zo juist je vrijheid en productiviteit te verhogen

13 Deel je inzicht
p.148: Als je notities verzamelt ontstaan er clusters in je slipbox
– Je hoeft je nooit zorgen te maken over te weinig onderwerpen om te onderzoeken/over te schrijven.
– Een goede slipbox zorgt dus voor een sneeuwbal van ideeën: een grote cluster heeft een grote kans op nieuwe connecties en vragen om te onderzoeken.
– De slipbox laat zien wat we interessant vinden.
p.148: Door te schrijven ontdek je gaten in je kennis
13.1 Van brainstromen naar slipboxstormen
p.151: Goede vragen (onderwerpen) zijn precies relevant en interessant genoeg
– Goede vragen zijn niet te makkelijk om te beantwoorden, maar ook niet te moeilijk (met het materiaal wat je voorhanden hebt).
13.3 Getting Things Done door je interesses te volgen
p.153: Vraag jezelf af: wat is interessant of relevant om op te schrijven?
– Zo ontdekken we aspecten waar we nog geen weet van hadden. Onze interesses ontwikkelen zich tijdens het lees/schrijfproces.
13.4 Afronden en reviewen
p.156: Werk aan meerdere teksten tegelijk
– Als je aan meerdere teksten tegelijk werkt ontstaan er onvoorziene bijproducten door de combinatie van 2 gebieden.
13.6 Daadwerkelijk schrijven
p.160: Schrijven is verwijderen wat geen functie heeft
– Met je slipbox heb je voldoende materiaal om over te schrijven.
– Het lastigste is dan: alles verwijderen wat geen functie heeft. “Kill your darlings”.

14 Maak het een gewoonte
p.162: Vooruitgang is de hoeveelheid dingen die je kunt doen zonder na te denken
– Maak noteren een gewoonte. Hoe meer operaties je kunt doen zonder na te denken, hoe meer vooruitgang je hebt geboekt.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:

Categorieën
Geen categorie

Book Notes – Deep Work – Cal Newport

Tijdens het schrijven van deze notities ben ik 4x naar mijn inbox gesurft, heb ik Twitter geopend naast nog een aantal browser tabs en ben ik al meerdere malen naar de keuken gelopen voor koffie, thee of drop. Hoewel ik wel kan bedenken dat dit niet bijdraagt aan het afmaken van deze notities, is er iets veel belangrijkers aan de hand. Doordat ik mezelf afleid met deze kleine dingen zorg ik ervoor dat ik nooit toe kom aan diep werk. Plus, door toe te geven aan de afleiding train ik mijn brein om alleen maar meer afgeleid te willen worden.

Dat is wat Cal Newport in dit boek schrijft over diep werk: Door slimmer om te gaan met mijn agenda en mijn werkplek afleidingsvrij te maken kan ik mijn hersenen inzetten om waardevolle activiteiten op te pakken. In de tijd daar omheen doe ik de taken die minder aandacht vereisen maar wel moeten gebeuren. Dan blijft er uiteindelijk vrije tijd over die, mits een beetje gestructureerd, voor rust en voldoening zorgt. Dat is de theorie, die ik hier onder heb samengevat:

Boeknotities

Introductie
p.7: Wat is diep werk?
– Professionele activiteiten, uitgevoerd in een staat van afleidingsvrije concentratie, die je cognitieve vaardigheden tot hun grenzen dwingt.
– Deze inspanningen creëren nieuwe waarde, verbeteren je vaardigheden en zijn moeilijk te repliceren.
– Diep werk wordt steeds zeldzamer en waardevoller (p.16).
p.10: Ondiep werk:
– Logistieke taken. Niet-cognitief veeleisend, werk wat je afgeleid uit kunt voeren.
– Deze inspanningen creëren weinig nieuwe waarde en zijn gemakkelijk te herhalen.
– Hoe meer ondiep werk je doet, tot hoe minder diep werk je in staat zult zijn.
p.9: Motivatie volgt actie
– Wachten op inspiratie werkt niet. Inspiratie komt zodra je aan iets begint.
p.11: Als je werk te automatiseren is dan is het weinig waard
– Als je werkzaamheden te vervangen zijn door een Excel script, dan ben je in de hedendaagse economie van weinig toegevoegde waarde.
– Dit is een kans voor degene die de trend naar ondiep werk erkent en bewust kiest voor diep werk.
p.14: Begin met werken voordat de rest komt opdagen
– Kom vroeg op het werk voor de rest binnenkomt, zodat je zonder afleiding kunt werken. Zo kun je 4 uur geconcentreerd werken voor je eerste meeting.
p.15: Voor middelmatige producten is de concurrentie eindeloos
– Voor gemiddelde producten zijn talloze alternatieven (online).
– Creëer dus iets nuttigs om een potentieel eindeloos publiek te bedienen.
p.15: Blijf van waarde door snel te kunnen leren
– In de huidige economie blijf je van waarde als je snel lastige dingen eigen kan maken. Ook dat is een vaardigheid die je kunt leren (p.27).
p.18: Elimineer ondiep werk om tijd te besparen
p.18: Kies je diepe werk zorgvuldig en bundel onvermijdelijke ondiepe taken
– Bouw je dag om een blok van zorgvuldig gekozen diep werk. Ondiepe taken die niet te vermijden zijn bundel je rond de uitersten van je schema.

1 Het idee
p.23: Drie groepen plukken de vruchten van de huidige Intelligent Machine Age
– Hooggeschoolde arbeiders: die in staat zijn met intelligente machines te werken.
– Supersterren: die op afstand werken. Op een volledig transparante markt kiest de consument het beste product.
– Eigenaren: die met minimale arbeid maximale waarde creëren.
p.27: Leer om te leren en op hoog niveau te produceren
– Ontwikkel de vaardigheid om snel lastige dingen eigen te kunnen maken.
– Ontwikkel daarnaast de vaardigheid om op elite-niveau te produceren, zowel in kwaliteit als snelheid.
p.30: Leren vereist intense concentratie en doelbewuste oefening
– Een leven lang doelbewuste oefening om beter te worden in een specifiek domein.
p.31: Doelbewuste oefening:
– Je aandacht is gericht op een specifieke vaardigheid of idee.
– Je ontvangt feedback, waardoor je je benadering kunt aanpassen daar waar die het meest productief wordt ingezet voor verbetering.
p.32: Leren: myeline maken rond relevante neuronen
p.33: Lage concentratie = teveel circuits vuren tegelijk af in je brein
p.35: Hoge kwaliteit werk = bestede tijd x intensiteit van concentratie
p.36: Wissel zo min mogelijk van taken
– Als je wisselt van taak A naar taak B blijft een deel van je aandacht sluimeren bij taak A.
– Zelfs als taak A is afgerond blijft je aandacht daar nog even hangen.
– Hoe groter dit effect, hoe slechter de uitvoering van taak B.
– Je hebt lange periodes zonder afleiding nodig om aan een taak te kunnen werken op topniveau (p.38).
– Hoe meer je wisselt, hoe zwakker je aandacht op de langere termijn wordt (p.127)
p.45: De voordelen van kantoortrends wegen niet op tegen de nadelen
– Kantoortuinen verhogen mogelijkheid voor samenwerking maar creëren afleiding, dus verlagen het vermogen voor diep werk.
– Een korte onderbreking verlengd de tijd die nodig is om een taak af te ronden significant.
p.49: Een extra vrije dag leidt tot hogere productiviteit en een groter leereffect
– In een test waarin iedereen gedwongen werd een dag van de werkweek vrij te nemen ervaarde men: meer werkplezier, betere communicatie, groter leereffect en een beter product voor de klant.
p.50: Mensen volgen het principe van de minste weerstand
– Zonder feedback over de gevolgen van ons gedrag neigen we naar het gedrag wat het makkelijkste is, met de minste weerstand.
p.51: Email kost de verzender seconden, maar de ontvanger potentieel uren
p.54: ‘Druk’ zijn is de proxy voor productiviteit voor kenniswerkers
– Omdat er niet altijd duidelijke indicatoren zijn dat kenniswerkers productief zijn. Werk vind namelijk grotendeels zonder zichtbaar resultaat plaats.
– Kenniswerkers vermijden daardoor diep werk en richten zich op werk met zichtbaar resultaat.
p.57: De aanname is dat high-tech goed is
– Er vindt geen discussie plaats over de afweging tussen de efficientie en problemen van nieuwe tech, want die wordt al verondersteld als beter.
p.64: Als je je aandacht kunt managen verbetert dat elk aspect van je ervaringen
p.68: De inactieve geest is de werkplaats van de duivel
– Zodra je je concentratie verliest verplaatsen je gedachten zich naar alles wat er mis kan zijn met je leven, in plaats van wat er goed gaat.
p.70: Flow komt van taken die moeilijk én de moeite waard zijn
– Flow ontstaat als lichaam en geest tot hun grenzen gedwongen worden in een vrijwillige inspanning om iets moeilijks te doen wat ook de moeite waard is.
p.70: Vrije tijd is ongestructureerd en kost daardoor juist energie
– Paradoxaal genoeg is werk makkelijker om van te genieten, omdat het als een flow-activiteit gepaard gaat met ingebouwde doelen, feedbackregels en uitdagingen die leiden tot betrokkenheid, hoge concentratie en jezelf kunnen verliezen in iets.
– Vrije tijd is ongestructureerd en vereist daarom grotere moeite om gevormd te worden tot iets waar je van kunt genieten.
– Bedenk dus van tevoren wat je met je vrije tijd wilt doen (p.169)
p.72: Constant afwegen wat zinvol is en wat niet leidt tot nihilisme
p.75: Je passie volgen (in je werk) is een gebrekkig idee
– De obsessie van de hedendaagse wereld om je passie na te jagen in je werk is een gebrekkig idee, namelijk dat je werkplezier bepaald wordt door dingen die je kiest in een baan.
– Werkplezier komt eerder van autonomie, meesterschap/beheersing van vaardigheden en relaties met mensen.

2 De regels
p.81: Men vecht de hele tijd tegen verlangens
– Niet alleen drijfveren voor eten, slaap en seks, maar ook op het werk:
– Pauze nemen ja/nee, e-mail checken, social media, surfen, muziek luisteren etc.
p.82: Met goede gewoontes behoud je wilskracht
– Door gewoontes en rituelen in je leven te bouwen verminder je beslissingen die je wilskracht belasten tot zo min mogelijk.
p.84: De kloosterlijke filosofie van het inplannen van diep werk:
– Het maximaliseren van diep werk door ondiepe verplichtingen te elimineren of drastisch te verminderen. Voor veel mensen leidt dit niet direct tot meer diep werk.
p.88: De bimodale filosofie van diep werk:
– Verdeel je schema in specifiek toegewezen periodes van aaneengesloten tijd voor diep werk en laat de rest vrij voor al het andere.
– De minimale eenheid voor een blok van diep werk is een volle (werk)dag.
p.89: Maak jezelf onbeschikbaar, maar doe dat op een duidelijke manier
– Collega’s accepteren je recht om niet beschikbaar te zijn doorgaans, zo lang deze momenten helder gedefinieerd en breed gecommuniceerd zijn.
p.90: De kettingmethode
– Markeer een succesvolle dag (qua diep werk) op de kalender met een groot kruis.
– Als je een dag mist, dan onderbreek je de reeks/ketting: hoe langer de ketting wordt, hoe groter de motivatie om hem niet te breken.
p.110: De vier disciplines van uitvoering
1. Hoe meer je probeert te doen, hoe minder je bereikt. Uitvoering moet gericht zijn op een kleine hoeveelheid uiterst belangrijke doelen.
2. Acteer op ‘lead measures’, de dingen die gedrag meten wat uiteindelijk de ‘lagging measures’ bepaalt.
3. Hou een overtuigend scorebord bij (op een publieke plaats).
4. Zorg voor een ritme van accountability, bijvoorbeeld met een wekelijkse review waarin je de komende week plant.
p.114: Doen is moeilijker dan plannen
– Het voelt net zo productief, maar dat is het niet. Strategieën geven geen resultaat, enkel actie doet dat.
p.115: Je hebt momenten van downtime nodig
– Zodat je op andere momenten klaar kunt zijn om diep werk te verzetten.
p.116: Bepaal van tevoren het moment dat je stopt met werken
– Als je werkt, dan werk je hard. Als je klaar bent, dan ben je klaar. (p.124)
– Zet alles uit aan het einde van de werkdag. Geen email, geen mentale herhalingen van gesprekken, geen gedachtes aan de uitdagingen die nog komen. Stop met werken.
– Dat geeft je onderbewuste de gelegenheid om inzichten te genereren.
– Het verhoogt (behoudt) de hoeveelheid energie die je later kunt inzetten voor diep werk.
– En, alles wat er in de avond nog gedaan zou moeten worden is meestal niet zó belangrijk.
p.123: Het Zeigarnik effect
– Onafgeronde taken blijven hangen in je onderbewuste (vragen aandacht).
p.133: Maak je omgeving afleidingsvrij
– Vertrouw niet op je wilskracht om bij de kleinste gevoelens van verveling afleidingen te beperken. Maak het makkelijk voor jezelf.
p.135: Geef jezelf uitdagende deadlines
– Identificeer een diepe taak (een taak die diep werk vereist).
– Schat in hoeveel tijd je normaal gesproken nodig hebt voor zo’n taak.
– Geef jezelf een deadline die deze tijd drastisch beperkt.
– Pak de taak op met elke vrije neuron in je hoofd, in volle concentratie.
p.137: Productieve meditatie
– Gebruik de tijd dat je fysiek bezig bent, maar mentaal niet zo om je aandacht te vestigen op een enkel goed gedefinieerd probleem.
– Zo kun je productief nadenken tijdens het wandelen, joggen, autorijden, douchen.
p.144: Je concentratie is zo sterk als je toewijding om het te trainen
p.159: De voordelen van social media wegen niet op tegen de nadelen
– Facebook (e.d.) geven voordelen voor je sociale leven, maar geen van die voordelen zijn het waard om tijd en aandacht in te steken (versus werkelijk verbinden met mensen).
p.161: Low-impact activiteiten gaan ten koste van high-impact activiteiten
– Het is een zero-sum game.
p.162: Mensen hebben de neiging spullen te accumuleren
– Want de standaardgedachte zodra iets weggegooid moet worden is: ‘Wat als ik het ooit nog nodig heb?’
p.170: Je hersenen hebben geen rust nodig, maar verandering
– Je mentale vermogen wordt niet moe zoals een lichaamsdeel, maar vraagt om continue verandering.
p.172: Niemand werkt werkelijk 8 uur per dag
– Iedereen heeft vergaderingen, onderbrekingen, kantoorpolitiek, persoonlijke zaken. Je hebt geluk als je 8 uur haalt.
p.173: Hoe minder werktijd je hebt, hoe kritischer je bent met prioriteiten
– Hoe minder officiële werktijd in je week, hoe minder tijd er is om alles te doen wat er moet gebeuren, dus wordt je kritischer op wat er überhaupt moet gebeuren.
p.174: Ondiep werk is vaak overbodig, maar het zorgt wel voor banen
– In de meeste bedrijven kun je grote hoeveelheden ondiep werk schrappen zonder impact op het resultaat onderaan de streep.
– Dit werk wordt in stand gehouden om allerlei kenniswerkers aan het werk te houden.
p.175: Ware diepte is maar een paar uur mogelijk
– Zelfs de beste diepe denker kan niet meer dan 4 uur in een staat van echte diepte verkeren.
p.177: We besteden grote delen van de dag op de automatische piloot
– We denken niet na over wat we met onze tijd doen.
p.193: Hoe minder bereikbaar je bent hoe minder ondiep werk je gevraagd wordt
p.197: De sociale conventies omtrent email zijn niet zo ver
– Email was transformatief, maar de sociale conventies omtrent email zijn nog onderontwikkeld.
p.202: Reageer niet op een e-mail als deze:
– Ambigu is, of het lastig gemaakt is om een reactie te geven.
– Het geen vraag of verzoek bevat die je interesse wekt.
– Er niets (slechts) gebeurt als je wel of niet reageert.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen:

Categorieën
Boeknotities

Book notes – I Will Teach You To Be Rich

Je weet dat je een echt goed financeboek te pakken hebt als de auteur op de cover staat met zijn blote voeten. De leuzen op de kaft doen alle alarmbellen afgaan: ‘dit is te mooi om waar te zijn’, want rijk worden is helemaal niet zo makkelijk. Ik ben met een open blik het boek ingegaan, want ik had dezelfde ervaring met de kaft van The 4-Hour Workweek van Tim Ferriss. Daarnaast kende ik Ramit al van zijn nieuwsbrief en als podcast-gast, dus wist ik dat er meer achter de ogenschijnlijk oppervlakkige kaft zou zitten.

Ik heb van dit boek drie belangrijke lessen geleerd:

  • Rijkdom is niet alleen financieel. Rijkdom zit in de vrijheid om te kunnen doen wat je wilt. Vaak is daarvoor minder geld nodig dan je denkt.
  • Door je financiële beslissingen te automatiseren kun je geld uitgeven zonder schuldgevoel, want sparen, investeren en je vaste lasten worden op de achtergrond getackeld. Geef je geld uit enkel aan de dingen die er voor jou echt toe doen en bespaar genadeloos op de rest.
  • Geld overhouden is niet alleen een gevolg van strakker besparen, maar vooral van meer verdienen. Sterker nog: besparingen gaan maximaal tot de hoogte van je uitgaven, maar extra inkomsten zijn potentieel oneindig. Focus je op de big wins.

Maar uiteindelijk heb ik veel meer gelezen wat ik interessant vond:

Boeknotities

Introductie: zou je liever sexy of rijk willen zijn?
p.13: Verzand niet in details
– Een hoop problemen kunnen opgelost worden met de overduidelijke oplossingen.
– Als voorbeeld – gewichtsverlies: minder eten en meer bewegen. Mensen gaan liever op zoek naar welke supplementen ze moeten slikken, want:
p.14: Discussie over kleinigheden voelt als voortgang
– Daarom hoeft er geen echt werk verzet te worden
– Het leidt af van daadwerkelijke voortgang.
p.15: De keuzeparadox
– Hoe meer informatie je hebt, hoe minder je doet
p.17: Al je financiële problemen zijn te herleiden naar één iemand: jijzelf
– Je bent zelf verantwoordelijk voor je financiën.
p.19: Beginnen is belangrijker dan wachten tot je een expert bent
– De 85% oplossing. Met 85% kennis heb je genoeg.
– Je leert het meeste door te doen (geef jezelf de ruimte voor fouten).
p.20: Besteed extravagant aan de dingen waar je van houdt
– En bespaar genadeloos op de rest.

1 Optimaliseer je creditcards
p.45: Leef onder je middelen
– Succesvolle miljonairs hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal leven op minder dan ze verdienen en alleen geld uitgeven als ze het hebben.
– Richt je op de big wins als je grote resultaten wilt.

2 Versla de banken
p.74: Jagen naar de beste rentes heeft weinig zin
– Betere rentes zijn vaak in termen van halve procenten, dus dat levert je maar een beetje extra op.
– Banken veranderen rentes continu.
– Kies een bank op basis van de dingen die jij belangrijk vindt voor de lange termijn en gebruik je kostbare tijd voor big wins.
p.76: Optimaliseer je bankkosten

– Als je maandelijks 5 euro betaalt aan je bank, dan verdien je dus niks aan je rente.
p.79: Hoe je onderhandelt doet er toe
– Stel je vragen aan bedrijven zo dat niet kunnen antwoorden met ja/nee.

3 Maak je klaar om te investeren
p.99: Het beste moment om te investeren is nu
– Eigenlijk ligt het beste moment om te investeren in het verleden, dus het op-een-na-beste moment is nu.
– Dat geldt voor alle beslissingen waar je nu spijt van hebt.
p.101: Je verliest meer als je niet beslist van van een slechte beslissing

4 Bewust uitgeven
p.107: Het bewuste uitgeefplan:
– Bedenk van tevoren waar je geld naar toe moet.
– Automatiseer de geldstromen naar je spaarrekening en investeringen en maak je bestedingsbeslissingen kraakhelder voor jezelf.
p.110: Zuinig is niet hetzelfde als kniertig
– Zuinig betekent dat je bewust kiest waar je geld aan uitgeeft en waar je genadeloos op bespaart.
p.118: De vier emmers waar je geld naar toe gaat
Automatiseer in de volgorde:
– Vaste lasten
– Investeringen
– Spaargeld
– Geld wat vrij is om uit te geven aan wat je maar wilt
p.127: Spaar zodat je later genoeg geld hebt om jezelf blij te maken
– En niet voor de getalletjes op je rekening.
p.128: Slechte gewoontes verander je steeds een klein beetje
– Gewoontes kun je niet van de een op de andere dag veranderen. Als je dat wel doet is de verandering nooit houdbaar.
– Wat is de kleinst mogelijke verandering die je vandaag kunt maken?
p.135: Een benauwend systeem is een systeem wat je niet gaat gebruiken
– Een (financieel) systeem moet simpel zijn.

5 Spaar terwijl je slaapt
p.141: Bouw nu een systeem zodat je later minder hoeft te beslissen
– Door je nu in te spannen maak je het leven later minder inspannend.

6 De mythe van financiële expertise
p.159: De mythe van expertise
– Experts hebben niet altijd gelijk. Echte expertise blijkt uit resultaten.
– Voorbeeld: wijnexperts konden in een experiment een roodgekleurde witte wijn niet onderscheiden van rode wijn.
p.173: De aandelenmarkt heeft historisch gemiddeld 8% rendement opgebracht
– En is daarin redelijk consistent.

7 Investeren is niet alleen voor rijkelui
p.181: Wees voorzichtig als anderen gretig zijn
– Advies van Warren Buffett: ‘Wees behoedzaam als anderen gretig zijn en gretig als anderen angstig zijn’.
p.182: Je investeringsplan is belangrijker dan de investeringen zelf
– Meer dan 90% van de volatiliteit in je portfolio is het resultaat van assetallocatie.
p.191: Hoe eerder je begint met beleggen, hoe meer risico je kunt nemen
– Als je belegt voor de lange termijn zit er meer gevaar in te weinig risico dan in teveel risico nemen.
– Het gevaar is dat je overweldigd raakt met informatie en daardoor helemaal niet investeert.
p.207: Gebalanceerde activa zijn niet willekeurig gekozen

8 Gemakkelijk onderhoud
p.230: Spaargeld is voor uitgaven die je binnen 5 jaar verwacht te doen
p.230: Je noodfonds zou je zes maanden moeten kunnen redden

9 Een rijk leven
p.235: Rijkdom geeft vrijheid
p.242: Adviseren is niet hetzelfde als bekritiseren
– En is er op gericht om elkaar verder te helpen.
p.249: Je startsalaris is de benchmark voor je toekomstige salarissen
p.249: Tips voor het onderhandelen van loonsverhoging
– Leg uit hoe je bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van het bedrijf.
– Vermijd een vraag waarop met ja/nee geantwoord kan worden en vermijd het noemen van getallen: ‘Laten we een manier bedenken waarmee we op een eerlijk getal uitkomen wat voor ons beiden werkt’.
– Zorg voor een alternatief voor jezelf (meerdere aanbiedingen).
– Doe een goede voorbereiding.
– Oefen de onderhandeling (met vrienden).
p.259: Bespaar zoveel mogelijk op de grote uitgaven
– Bespaar vooral op de grote uitgaven, want relatief levert dat het meeste op.
– Bespaar op herhalende uitgaven.
p.262: Tips als je een auto aanschaft
– Kies een betrouwbare auto, onderhoud hem goed en rij er zo lang mogelijk in.
– Ga er vanuit dat je een tweedehands auto moet kopen.
– Koop een auto aan het eind van het jaar, als de dealers hun sales targets nog moeten halen.
p.267: Tips als je een huis koopt
– Koop alleen als je van plan bent ergens minstens 10 jaar te gaan wonen.
– Zie het als een aankoop met nut, niet als investering. Het rendement op woningen na inflatie is ongeveer 0.

Support
Als je het boek zelf wilt lezen en mij wilt steunen, maak dan gebruik van onderstaande link om het boek te bestellen: